Op 9 april gepubliceerd in Trouw:
Menselijke waardigheid geldt als een recht, maar hoe is waardigheid met ons leven verweven? Het is de centrale vraag in het nieuwe boek van de Zwitsers-Duitse filosoof Peter Bieri. Een gesprek.
Interview
Maurice van Turnhout
Dat hij een publieksschuwe publieksfilosoof is, geeft Peter Bieri zelf als eerste toe. Toch onderwerpt hij zich voor zijn drie dagen durende bezoek aan Nederland aan een hectisch persschema. “Hoe laat ben ik weer vrij man?” informeert hij bij de medewerkster van de uitgeverij die zijn rooster bijhoudt.
Bieri is in Nederland voor de promotie van ‘Een manier van leven’, een boek waarin hij filosofische concepten over menselijke waardigheid behandelt.
“Ik wilde een laagdrempelig boek schrijven,” vertelt hij, “waarin mijn werk als filosoof en romanschrijver samengaan.” Onder het pseudoniem Pascal Mercier schreef hij veelgelezen romans als ‘Nachttrein naar Lissabon’.
Bieri zit in het souterrain van een hotel aan de Amsterdamse Herengracht. Vanuit een belendende ruimte klinkt het geroezemoes van toeristen die wachten op de lift naar boven.
In zijn boek schrijft Bieri vol verontwaardiging over de Wallen in Amsterdam. Zou hij een van deze toeristen de weg wijzen naar het beroemde red light district als ze het hem vroegen?
“Ik zie niet in waarom niet. Ik ben er niet pertinent op tegen dat mensen erheen gaan, dat is hun eigen vrije keuze. Je kunt de waardigheid van de vrouwen achter de ramen niet beschermen door te weigeren een toerist de weg te wijzen.”
Wat kun je wel doen?
“Het bij wet verbieden. Niet de prostitutie in het algemeen, maar de manier waarop vrouwen als producten in etalages tentoon worden gesteld. Ik ken geen enkele andere stad ter wereld waar zoiets gebeurt. We weten niet zeker welke vrouwen er gedwongen zitten en welke niet, maar een wet kan er in ieder geval voor zorgen dat hun waardigheid niet in het geding komt. Daar zijn wetten namelijk voor, om menselijke waardigheid te beschermen.”
U schrijft dat er een dunne lijn loopt tussen een terechte verdediging van menselijke waardigheid en het verschuilen achter waardigheid om problemen uit de weg te gaan. Waar ligt die grens?
“Dat verschilt per geval. Het hangt af van de situatie, van de betrokkenen en hun levensgeschiedenis. In mijn boek gebruik ik het extreme voorbeeld van de politieman die terreurverdachten martelt om burgers te beschermen. Hij kan zijn folterpraktijken rechtvaardigen door te zeggen dat mensen die de onschendbaarheid van de menselijke waardigheid verdedigen eigenlijk lafaards zijn. Hij kan zeggen: jullie willen gewoon je handen niet vuil maken. In zo’n geval moet je dus weten wat er precies op het spel staat, welk gevaar er dreigt. Alleen dan kun je vaststellen of mensen een goed gefundeerd idee van waardigheid op zichzelf verdedigen, of dat ze een netelige kwestie ontwijken onder het voorwendsel dat ze de waardigheid verdedigen.”
En als we de vrouwen achter de ramen op de Wallen als voorbeeld nemen?
“Ik zou niet weten hoe je zo’n situatie kunt verdedigen. Dan zou je met een argument moeten komen waarmee je aantoont dat het goed is dat die vrouwen achter ramen te kijk staan. En dat het, omdat het goed is, de waardigheid dus niet schendt.”
Als advocaat van de duivel: de openheid ervan is te verkiezen boven de heimelijkheid waarmee prostitutie in andere landen omgeven is.
“Openheid rechtvaardigt niet dat vrouwen als objecten tentoon worden gesteld. Op zichzelf kan openheid helemaal niets rechtvaardigen. Als je iemand openlijk vermoordt, maakt dat de daad niet minder verwerpelijk.”
U schrijft ook over de waardigheid van het zelfgekozen levenseinde. In uw thuisland Duitsland dreigt een verbod op Dignitas, een organisatie die mensen helpt bij euthanasie. Bent u betrokken bij dit debat?
“Om eerlijk te zijn wil ik me niet in zo’n debat mengen, omdat het onderwerp in media en parlement ongenuanceerd wordt behandeld. Alles wat ik over het onderwerp te zeggen heb staat al in mijn boek, in de vorm van een dialoog waarin meerdere standpunten over een waardig levenseinde naar voren komen.”
Is het niet juist goed om een stem van twijfel in het debat te hebben?
“Waarschijnlijk wel, maar zelf hoef ik niet zo nodig de publieke ruimte in. Ik ben nogal op mezelf. Ik schrijf boeken voor een groot publiek, maar in de publieke sfeer voel ik me niet op mijn gemak.”
Is een interview als dit een kwelling voor u?
“Nee, dit gaat nog wel. In een publiek debat, vooral voor televisie, speelt er van alles mee: de zelfbeelden van de deelnemers, hun emoties. Als ik dan het verkeerde woord op het verkeerde moment kies, valt iedereen over me heen. Dan moet ik mezelf blijven verdedigen, en zo wil ik niet leven. Ik ben schrijver, ik heb rust en mijn eigen ruimte nodig. Als er een camera bij is raakt mijn intellectuele en emotionele concentratie verstoord. Dan verlies ik mezelf.”
U wilt uw boodschap op een gecontroleerde manier overbrengen. Dat is ook precies de kritiek op levenskunst die je vaak hoort: dat het zo gecontroleerd is en zo weinig ruimte laat voor spontaniteit.
“Ik gebruik dat woord zelf niet, Lebenskunst. Ik spreek liever over het auteurschap van je eigen leven, zeggenschap hebben over je leven. Die kritiek kan ik dan ook niet plaatsen. Natuurlijk is spontaan leven goed, het kan veel geluk veroorzaken. Anderzijds heb je reflectie op dat spontane leven nodig, en het verwoorden van die reflectie. Neem literatuur, dat is een van de grote vreugdes in het leven. Dat spontane leven en die reflectie op het leven kun je niet tegelijkertijd doen. We hebben beide manieren van leven nodig, en voor allebei is er een juist moment.”
Is waardigheid dan een kwestie van jezelf leren kennen?
“Je kan alleen auteur van je eigen leven worden als je goed weet wie je bent. Mensen die geen idee hebben wie ze zijn, ontbreekt het misschien ook aan waardigheid. Jezelf kennen, je grenzen kennen, je drijfveren kennen, dat hangt allemaal samen met waardigheid.”
Kunnen mensen in de allerergste situaties wel vasthouden aan die waardigheid?
“Als je waardigheid wordt bedreigd, zoals bij marteling of gevangenisstraf, kun je altijd je vermogen tot reflectie beschermen. Zolang je kan beschrijven wat er met je gebeurt, kun je je waardigheid behouden, zelfs als je de vreselijkste zaken worden aangedaan. Primo Levi schreef over zijn ervaringen in Auschwitz. Zijn boeken gaan over waardigheid en de mogelijkheden om jezelf uit te drukken. Dat kan met schilderkunst, muziek, literatuur, maar ook met een gesprek.”
Levi vroeg ‘waarom’ aan een SS-bewaker in Auschwitz, en kreeg als antwoord: ‘Er is hier geen waarom’.
“Het verlangen om te begrijpen wat er gebeurt is een van de belangrijkste menselijke eigenschappen. Vanuit dit verlangen vraagt Levi: waarom? Soms is die vraag een verzoek om verklaring, soms – zoals in dit geval – een verzoek om rechtvaardiging. Zolang Levi de vraag kan blijven stellen, houdt hij vast aan zijn waardigheid, wat ze ook met hem doen. Het vermogen tot verbeelding hangt samen met dit begrip. Begrijpen wat er gebeurt betekent dat je iets begrijpt binnen de logische context van wat er mogelijk is. Begrip en verbeelding maken ons tot wat we zijn, ze dragen bij aan onze waardigheid.”
Peter Bieri: ‘Een manier van leven. Over de vele vormen van menselijke waardigheid.’ Uitgeverij Wereldbibliotheek; 384 pagina’s; € 34,95.
LEVENSKUNST
Peter Bieri (1944, Bern) was als hoogleraar filosofie verbonden aan de Vrije Universiteit Berlijn. Door zijn boek ‘Het handwerk van de vrijheid’ (2006) groeide hij uit tot een toonaangevend figuur in de levenskunstfilosofie. Volgens Bieri kun je door zelfbewustzijn en vrije wil je leven een richting geven . Onder het pseudoniem Pascal Mercier schreef Bieri romans, waaronder ‘Nachttrein naar Lissabon’ (2006) en ‘Perlmanns zwijgen’ (2007).