Eerder gepubliceerd op 29 september in Trouw:
Ook minderjarigen bezetten de A12, maar in hoeverre zijn kinderen politieke wezens? Twee filosofen reageren.
Sinds 9 september blokkeert Extinction Rebellion (XR) dagelijks een gedeelte van de A12 bij Den Haag, als protest tegen belastingmaatregelen die fossiel energieverbruik bevoordelen. Op de eerste dag van de marathon-bezetting werden zo’n veertig minderjarigen gearresteerd. Veilig Thuis, het meldpunt voor kindermishandeling, kreeg naar aanleiding van de blokkade ruim dertig meldingen binnen van de politie.
Is het ‘kindermishandeling’ om je kind mee te nemen naar een A12-blokkade, of geniet het kind daarin een zekere autonomie? In hoeverre kunnen en mogen kinderen politiek actief zijn?
“Het is voor een kind niet ánders verboden dan voor een volwassene om aanwezig te zijn bij een illegale blokkade,” stelt Paul van Tongeren, emeritus hoogleraar wijsgerige ethiek in Nijmegen en Leuven. “Maar dan heb je nog niets gezegd over de potentiële gevaren die je een kind daarmee bezorgt. Mijn jongste zoon deed meerdere keren mee aan de A12-blokkade en hij liet zich ook arresteren door de politie. Het eerste wat mijn vrouw en ik hem vroegen was of hij onze kleindochter bij zich had.”
“Gelukkig was dat niet zo. Mijn kleindochter is bijna vijf, en we voelen als familieleden allemaal dat de acties van XR ook met háár te maken hebben, want zij groeit op in een wereld met enorme klimaatproblemen. Toch is de A12-bezetting volgens mij geen plek om zo’n klein kind mee naartoe te nemen. Op lange termijn is het absoluut rechtvaardig dat de acties van XR slagen, juíst in het belang van het jonge kind. Maar een ouder moet allereerst zorgen voor welzijn en veiligheid van het kind op de korte termijn, dus houd je je kind zo ver mogelijk van de straal van een waterkanon vandaan.”
“Enerzijds willen ouders hun kinderen in bescherming nemen tegen de wereld,” observeert politiek filosoof Ivana Ivkovic, “maar tegelijkertijd is het nodig om kinderen op te voeden tot een gedeelde verantwoordelijkheid voor de wereld.”
“Dat spanningsveld werd fraai beschreven door filosoof Hannah Arendt. Waarschijnlijk zou Arendt vandaag de dag concluderen dat kinderen niet thuishoren bij de A12-blokkade, net zoals ze in de jaren zestig weigerde om een demonstratie tegen de Vietnamoorlog te steunen toen ze hoorde dat er ook scholieren waren opgetrommeld. Arendt zag onderwijs en opvoeding niet als onderdeel van het publieke leven, maar als een voorbereiding daarop.
“Toch volstaat het in dit geval niet om op de automatische piloot te zeggen: ik bescherm mijn kinderen door ze thuis te laten als ik naar een A12-blokkade ga. Wanneer je je kinderen wil leren om verantwoordelijkheid te dragen voor de wereld, zoals Arendt óók beschrijft, kom je namelijk tot andere keuzes dan louter beschermen. Als ouder moet je je kind horen wanneer het een rol zegt te willen hebben in het geheel, en het zich wil uitspreken over onze omgang met het klimaat.
“Kinderen zijn niet alleen behoeftige schepseltjes die beschermd moeten worden, het zijn ook personen. Hun autonomie wordt juridisch erkend. Kinderrechten zijn bedoeld om bescherming te bieden tegen zaken als kinderarbeid, maar ze waarborgen ook het recht op vrije meningsuiting en vereniging.”
Van Tongeren: “Maar voor het kind geldt nog sterker dan voor de volwassenen dat het allerminst duidelijk is wanneer iemand zelfstandig de beslissing neemt om mee te gaan naar de A12.”
“Ouders moeten kinderen helpen meer autonoom te worden. Dat doe je onder andere door hun wil te testen, tegengas te geven. Ouders hebben een vanzelfsprekende verantwoordelijkheid voor de toekomst van hun kind, maar ze moeten ervoor waken om van hun zorg voor de toekomst van het kind niet de zorg ván het kind te maken.
“Want dat kind heeft ook recht op een onbezorgde kindertijd, op een zekere naïviteit en onschuld. Zo is het kind in de filosofie door de eeuwen heen ook geïdealiseerd: Heraclitus ziet bijvoorbeeld het spelende kind, dat zandkastelen bouwt en vernietigt in de branding, als vrij van moraal en normativiteit.”
Ivkovic: “Natuurlijk, het voelt ongemakkelijk dat kinderen zich nu manifesteren als politieke wezens, want we zijn gewend om ze in lijn met die filosofische idealisering als ‘prepolitiek’ te beschouwen. Maar we moeten hun protest daarom niet onderschatten. De generatie die nu aan klimaatprotesten deelneemt, komt in opstand tegen de volwassenen die het aantoonbaar hebben verprutst – en in zekere zin dus ook tegen hun eigen ouders.”
“Deze politieke activiteit van kinderen is geen incident. Je had natuurlijk al Greta Thunberg en de klimaatspijbelaars, maar ook de scholieren in Thailand die vroegen om meer democratie. Er is een generatie opgestaan die zegt dat volwassenen collectief hebben gefaald om hen te beschermen door hen een onleefbare planeet na te laten. En dus nemen deze kinderen het heft in eigen handen en bevragen ze de vanzelfsprekende autoriteit van volwassenen.
“Zoiets mag best pijnlijk en ongemakkelijk blijven, want als kinderen de straat op gaan is dat een symptoom dat er iets ernstig mis is gegaan. Maar hoezeer het ook schuurt, je kan demonstrerende kinderen niet meer terugduwen in hun prepolitieke rol door te zeggen dat ze gewoon lekker moeten gaan spelen.”
Van Tongeren: “Zo zwart-wit bedoelde ik dat ook niet. Het is zeker waar dat volwassenen op het punt van ecologisch besef veel kunnen opsteken van de jongere generaties. Dat zie je in de praktijk tijdens de A12-blokkades, waar ouders en grootouders staan die daartoe door kinderen en kleinkinderen zijn aangespoord.”
“Voor een ouder is het prachtig om te zien dat je kind ergens bezorgd en verontwaardigd om kan zijn, maar je bent als ouder ook verantwoordelijk om kinderen te matigen in hun enthousiasme voor de goede zaak. Kierkegaard schreef dat mensen die als kind fanatiek idealistisch zijn, grote kans lopen om later cynicus te worden, want idealen – hoe gerechtvaardigd ook – worden nooit meteen ingewilligd. Geduld klinkt toegeeflijk en gemakzuchtig, maar het is juist de kunst om je engagement vast te houden en te verdragen dat je je zin nog niet krijgt. Zonder de deugd van het geduld houd je engagement niet vol.”
Ivkovic: “Gezien de urgentie van de klimaatcrisis is de deugdelijkheid van geduld lastig te meten, want juist de urgentie staat ter discussie. Uitstel van klimaatbeleid is levensgevaarlijk in de ogen van deze kinderen – en ook volgens het merendeel van de klimaatgeleerden trouwens.”
“Je kan tegen een kind zeggen: wacht maar tot je later groot bent, dán kan je pas echt een politiek stempel drukken op de wereld. Maar het kind kan dan terugzeggen: ik heb geen tijd om volwassen te worden, als ik later groot ben valt er misschien wel niets meer te demonstreren. Toegegeven, dat is een problematisch argument, maar als politiek argument heeft het absoluut geldigheid.”
NEIMANS BALANS TUSSEN IDEALISME EN SCEPSIS
“Absolutely wonderful,” dat vond de Amerikaans-Duitse filosofe Susan Neiman (geb. 1955) in 2019 van de klimaatspijbelaars. “Het is belachelijk om te zeggen dat deze jongeren worden geïndoctrineerd door leraren en ouders,” zei Neiman in een Volkskrant-interview. “Ze hebben zich er echt in verdiept, ze onderwijzen andere kinderen en ze zijn beter geïnformeerd dan menige volwassene.”
Volgens Neiman hielden klimaatspijbelaars de oudere generaties een spiegel voor. In een kapitalistisch ingerichte wereld verliezen zogenaamde volwassenen zich in speelgoedjes als Iphones, terwijl elke vorm van idealisme verdacht wordt gemaakt als ‘kinderachtig’.
Neiman merkt op dat ware volwassenheid bestaat uit een ‘hachelijke balanceeract’, waarbij je erkent dat je nooit de wereld krijgt die je wenst, maar tevens weigert je daarbij neer te leggen.