Eerder gepubliceerd op 7 juli in Trouw:
In het Filosofisch elftal legt Trouw een actuele vraag voor aan twee filosofen uit een poule van elf. Vandaag: is het abortusrecht in Nederland te veel voor lief genomen?
Sinds het Amerikaanse hooggerechtshof het federale abortusrecht terugdraaide is de kwestie ook in Nederland onderwerp van discussie. Afgelopen zaterdag demonstreerden honderden activisten op de Dam voor het recht op abortus.
Filosoof Simone de Beauvoir zei: ‘Vergeet nooit dat er maar één politieke, economische of religieuze crisis voor nodig is om de rechten van de vrouw in twijfel te trekken. Deze rechten mogen nooit als vanzelfsprekend worden beschouwd. Jullie moeten je hele leven waakzaam blijven.’
Zijn huidige generaties feministen waakzaam genoeg geweest, of is het abortusrecht te veel als een vanzelfsprekendheid gezien?
“Waakzaamheid is altijd geboden”, zegt Ingrid Robeyns, hoogleraar ethiek aan de Universiteit Utrecht. “Zo’n uitspraak van het Amerikaanse hooggerechtshof kan je behoorlijk cynisch maken. Gaat het hier om een afweging van belangen, of is er sprake van een pure machtsuitoefening door conservatieve krachten, ten koste van vrouwen?”
“De uitspraak bevestigt dat de rechten waar eerdere generaties feministen voor hebben gestreden opnieuw moeten worden bevochten”, stelt politiek filosoof Ivana Ivkovic. “Mary Wollstonecraft, een van de eerste feministische filosofen, schreef in 1792 dat vrouwen enkel ‘de macht van de machtelozen’ bezitten. Ik mag hopen dat vrouwen inmiddels mondiger zijn. En dan spreek ik ook over Nederland. Waarom gaan er bijvoorbeeld zo weinig stemmen op om demonstraties bij abortusklinieken van anti-abortus-organisaties te verbieden? Waarom tolereren we dat soort intimidatie van artsen en van vrouwen die daar komen voor een medische ingreep?”
Robeyns: “Anti-abortusgroepen gaan inderdaad volledig voorbij aan de complexe werkelijkheid van zwangerschap en abortus, bijvoorbeeld aan de onveilige situaties die ontstaan als vrouwen hun toevlucht tot een illegale abortus moeten nemen. Evengoed bestaat er in Nederland slechts een kleine minderheid die het abortusrecht actief wil inperken. Moeten we dan echt zoveel aandacht besteden aan extreem simplistische Amerikaanse aannames over de heiligheid van het leven? Ik vraag me oprecht af of we die politieke abortusdiscussie naar Nederland moeten importeren. Spelen we daar extreemrechtse krachten, die dit thema weer hoog op de agenda willen zetten, niet juist mee in de kaart?”
Ivkovic: “Als je denkt dat deze discussie verdwijnt door haar te negeren onderschat je de nieuwe politieke realiteit. De anti-abortusbeweging is namelijk geen spontane beweging. Het is een doelbewust georkestreerde campagne van Amerikaanse stichtingen die aan Donald Trumps Republikeinse partij zijn gelieerd. Die stichtingen pompen ook miljoenen in Europese anti-abortusorganisaties. Dus de discussie komt hier vanzelf aanwaaien, of je wilt of niet. Vrouwenrechtenorganisaties moeten snel een inhaalslag maken, want anti-abortusgroepen zijn nu groter, rijker en beter georganiseerd.”
Robeyns: “Maar hoeveel vat kunnen ze krijgen op een land waar alle argumenten al zijn gehoord? De Nederlandse abortuspraktijk is een compromis waarin de perspectieven van alle partijen zijn meegewogen, ook de christelijke. Progressieve en liberale opvattingen over de rechten van de vrouw en de rechten van het individu komen erin samen. Er heerst hier bovendien een open cultuur, waarin sprake is van goede voorlichting voor jongeren en een goede beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen. Koester dat, zou ik zeggen!”
Ivkovic: “Op dit moment hebben christelijke en seculiere groepen in Nederland zich inderdaad redelijk verzoend, maar die verhouding kan zomaar op scherp komen te staan door politieke ontwikkelingen. De toon van demonstraties bij abortusklinieken wordt steeds dwingender. Ook in Amerika waren mensen verrast door de snelheid waarmee de constitutionele bescherming van tafel werd geveegd. Bovendien, is die abortuspraktijk in Nederland echt zo progressief als we onszelf voorhouden? Abortus staat nog altijd in het wetboek van strafrecht. Waarom zou je een beslissing die mensen gewetensvol nemen criminaliseren?”
Robeyns: “Als het gaat om een embryo van een paar weken klinkt het inderdaad logisch om abortus strikt binnen een gezondheidsperspectief te bekijken en het strafrecht erbuiten te laten. Maar dat zou te beperkt zijn als je het hebt over een baby die ook al buiten de baarmoeder levensvatbaar is. Het lijkt mij dus heel verdedigbaar en logisch om de wettelijke tijdslimiet voor abortus daaraan te koppelen, zoals het Nederlandse strafrecht voorschrijft. Strafrecht en gezondheid zullen altijd overlappen in deze kwesties. Met dat strafrechtelijke aspect kan je vrouwen ook beschermen. Stel dat abortus altijd en overal mogelijk zou zijn, dan zouden vrouwen ook onder druk gezet kunnen worden om hun baby van dertig weken weg te laten halen.”
Ivkovic: “Dat vind ik een vreemd argument. Het is sowieso strafbaar om iemand te dwingen tot abortus, net zoals het strafbaar is om iemand te dwingen zijn pincode af te staan. Daarvoor hoeft abortus toch niet in het strafrecht te zitten? Bovendien gaan er nu stemmen op om de wettelijke termijn voor abortus te verlagen, omdat ook foetussen onder vierentwintig weken met moderne medische technieken in leven gehouden kunnen worden. Maar als dat allesbepalend is, biologiseer je de vrouw: je reduceert haar tot een wezen dat gericht is op voortplanting, alsof ze zelf geen beschikking heeft over haar lichaam. En dat is per definitie een geweldsdaad.”