Doorgaan naar inhoud
Menu
Maurice van Turnhout
  • Over Maurice
  • Contact
Maurice van Turnhout

Wat maakt het idee van buitenaards leven voor ons mensen zo aanlokkelijk?

Geplaatst op 5 juli 2025

Eerder gepubliceerd op 24 april in Trouw:

De mogelijkheid van intelligent buitenaards leven prikkelt onze verbeelding, wat betekent dat? Twee filosofen buigen zich over deze vraag.

Cambridge-astronoom Nikku Madhusudhan claimde ‘mogelijk bewijs’ te hebben gevonden van leven op exoplaneet K2-18b, 124 lichtjaren van de aarde verwijderd.

Mogen we al hopen op een close encounter? Wetenschappers temperen de verwachtingen. Het gaat hier enkel nog om vermoedens van waterdamp in de atmosfeer van een exoplaneet, een planeet buiten ons zonnestelsel.

Hoe dan ook namen speculaties over intelligent buitenaards leven de afgelopen jaren toe: Amerikaanse parlementaire commissies onderzochten vliegende verschijnselen, radiotelescopen speurden het heelal af naar tekenen van leven.

Waarom spreekt buitenaards leven zo tot de verbeelding?

“Jaren geleden werd er een ruimtevaartuig gelanceerd met artefacten waarmee eventueel intelligent leven elders iets van ons mensen zou kunnen begrijpen”, herinnert Paul van Tongeren zich, emeritus hoogleraar wijsgerige ethiek in Nijmegen en Leuven. “Er was een afbeelding van Da Vinci’s Vitruviusman aan boord, een cantate van Bach, enkele liedjes van de Beatles. Er werd dus verondersteld dat de intelligentie van buitenaardse wezens zozeer van dezelfde orde is als de onze, dat ze ook onze muzieksmaak wel zullen waarderen.

“Eigenlijk stellen we ons buitenaards leven steeds voor naar analogie van onszelf. Als mens worstelen we met ons antropocentrisme, het gegeven dat wij onszelf onvermijdelijk als middelpunt van de wereld ervaren. Enerzijds hopen we dat antropocentrisme met de ontdekking van buitenaards leven te kunnen overstijgen, want dan zijn we tenminste niet alleen in het heelal.

“Maar tegelijkertijd: als er íets antropocentrisch is, dan is het wel die diep menselijke angst om alleen te zijn.”

“Hoe divers menselijke culturen ook waren, vóór de moderniteit deelden ze allemaal een mythisch begrip van de wereld”, reageert Elize de Mul, filosoof en postdoc-onderzoeker aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

“Socioloog Max Weber schreef dat de moderne wetenschap de onttovering van de wereld in gang zette. In een verondersteld kenbare wereld bestaan immers geen geheimzinnige machten meer die je gunstig moet stemmen met magie, je hebt nu zaken als technologie en bureaucratie ter beschikking om de wereld naar je hand te zetten. De moderne wetenschap leverde ons veel vooruitgang op, maar we verloren er ook iets door. Mensen vullen dat gemis op met manieren om de wereld te hertoveren, bijvoorbeeld door te fantaseren over buitenaards leven.

“In sciencefictionfilms zijn buitenaardse wezens vaak gevaarlijke entiteiten die het op ons gemunt hebben, zoals in War of the Worlds, maar soms ook schattige wezentjes als E.T., The Extra-Terrestrial, die ons doen inzien dat de mens zélf het agressieve monster is. Door de gefantaseerde komst van de alien houden we onszelf een spiegel voor en leren we iets over onszelf: dat het leven kwetsbaar is, of dat we het als menselijke familie anders of beter kunnen doen op momenten dat het erom spant.”

Van Tongeren: “Misschien is de hoop op buitenaards intelligent leven wel een vorm van seculiere religie. Religie wil enerzijds laten zien dat de wereld niet om ons draait, dat we onze menselijke bekommernis en verlangens moeten overstijgen. Maar anderzijds draaien zeker de monotheïstische religies voortdurend om óns heil, óns geluk, ónze verlossing.

“Ook bij wetenschap is zo’n paradox in het spel. Alle mensen streven van nature naar weten, lezen we in Aristoteles’ Metafysica. Weliswaar streven ze daarnaar om niets anders dan het plezier van het weten. Maar volgens Aristoteles levert dat wel degelijk inzicht in de wereld als een zinvolle orde, die goed in elkaar steekt.

“Die verbinding tussen kennis en zingeving is in de moderniteit radicaal verbroken, althans, dat is de bedoeling. We willen een objectieve wetenschap, losstaand van geloofsovertuigingen en zinservaringen.

“Volgens Nietzsche is die moderne scheiding leugenachtig. Want hoezeer wij als ‘schrandere dieren’ ook verklaren dat we kennis en zingeving netjes uit elkaar kunnen houden, de menselijke zinservaring kruipt telkens weer in het weten tevoorschijn. Ook bij de wetenschappelijke interesse in buitenaards leven, waarbij we zoveel van onze eigenschappen en verlangens op de onbekende aliens projecteren.”

“Op zichzelf is dat antropocentrisme geen probleem, we kunnen nu eenmaal niet anders. Maar het maakt de moderne wetenschappelijke geest huichelachtig, want die beweert immers naar een overstijgende objectiviteit te streven.”

De Mul: “Met dat wetenschappelijke streven is de mensheid drie maal ernstig gekrenkt, zoals Freud het noemde. We werden uit het middelpunt van het universum gehaald door Copernicus, die aantoonde dat de aarde om de zon draaide in plaats van andersom. Daarna rekende Darwin af met het idee dat wij mensen unieke wezens zijn. En Freud kwam zelf met de derde krenking, toen hij ons leerde dat de mens niet eens meester is van zijn eigen onderbewustzijn.

“Door voortschrijdend inzicht binnen de paleontologie kregen we vervolgens een begrip van diepe tijd: al miljoenen jaren vóór ons bestonden er wezens die er nu niet meer zijn, en ook wij zullen als soort ooit zijn uitgestorven. En uit de biologische theorie van symbiogenese blijkt bovendien dat we als mens geen eenheid zijn, maar een veelvoud. Ons eigen DNA is niet honderd procent menselijk. Daarmee zijn we dus ook voor onszelf gedeeltelijk alienus, een vreemdeling.

“Al die krenkingen scheppen ruimte om na te denken over de mogelijkheid van leven buiten ons, want zelfs binnenin ons is al meer ‘vreemd’ leven dan we ooit durfden dromen. En dat maakt het dus ook makkelijker om met een alien gaze, een buitenaardse blik, naar onszelf te kijken. De Pale Blue Dot-foto van Voyager 1 uit 1990 was bijvoorbeeld een poging om met een alien gaze een familieportret van ons zonnestelsel te maken. Op deze foto is de aarde slechts als minuscuul stipje waarneembaar.

“Volgens astronoom Carl Sagan rekende dit beeld van een ‘eenzaam vlekje’ in een groot en donker heelal definitief af met ons opgeblazen mensbeeld: ‘In al deze uitgestrektheid is er geen enkele aanwijzing dat er hulp van elders zal komen om ons van onszelf te redden’.

“Daarmee krijgt de alien gaze een boemerangeffect. We kunnen wel hopen dat er buiten ons wezens bestaan die ons zullen redden, maar we zijn toch echt op onszelf zijn aangewezen om de grote problemen hier op aarde op te lossen.”

In het Filosofisch Elftal legt Trouw een actuele vraag voor aan twee filosofen uit een poule van elf. Lees hier eerdere afleveringen terug

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  • Journalist
    • Filosofisch Elftal
    • Interviews
    • Reportages
    • Filosofie
    • Durf te twijfelen
  • Schrijver
    • Lichtstadfamilie
    • Hardop Denken
    • Paleis van Mieris
  • Over film
    • Artikelen
    • Filmessays
    • Filmgesprek
©2025 Maurice van Turnhout