THE MASTER (regie: Paul Thomas Anderson).
Het gaat niet zo best met Freddie Quell (Joaquin Phoenix). Nadat hij als marinier heeft deelgenomen aan de strijd in de Pacific, keert hij in 1945 terug naar een vaderland dat niet echt op hem zit te wachten. Een vaderland dat – terecht – een beetje bang voor hem is. Met zijn kin in de lucht probeert Freddie een gevoel van superioriteit uit te stralen, maar zijn lijf is aangespannen als een pianosnaar. Hij kan ieder moment knappen.
Freddie probeert de ene na de andere baan uit, maar nergens houdt hij het lang uit. Hij mept, hij zuipt, en hij zit als een dolle hond achter de vrouwen aan. Zijn moeder kwijnt vanwege haar psychosen weg in een tehuis, en haar symptomen zijn mogelijk op de zoon overgegaan. Freddie heeft eigenlijk alleen talent als alchemist: hij brouwt cocktails van gemene goedjes als verfverdunner en ontwikkelvloeistof, voor innemers met een sterke maag.
Lancaster Dodd (Philip Seymour Hoffman) bezit zo’n sterke maag. Hij is natuurkundige, filosoof, mysticus en zelfbenoemd ‘Master’ van een nieuwe religieuze beweging die ‘The Cause’ heet. Met zijn charme, intelligentie en scherpe psychologische inzicht windt Dodd mensen gemakkelijk om zijn vinger. Hij is de valse profeet die in schapevacht komt. Freddie reageert positief op de geïmproviseerde regressietherapie van Dodd, terwijl de Rohrschach-test van de legerpsycholoog eerder geen vat op hem kreeg. De twee mannen raken bevriend, maar het blijft een ongelijkwaardige vriendschap. Dodd is de Master, Freddie zijn discipel. Dodd ziet Freddie als een proefpersoon, een man die gedreven wordt door oerdriften en die door Dodds trauma-therapiëen weer kan leren om zijn volmaakt beheerste natuurlijke staat te bereiken.
Maar de passief-agressieve Dodd heeft nog een verborgen agenda. In een handjevol scènes waarin Freddie niet voorkomt, krijgen we te zien hoe Dodds echtgenote Peggy (Amy Adams als een soort ongenaakbare moederfiguur uit een Norman Rockwell-schilderij) manlief in het gareel houdt. Ze ijvert om Freddie uit de beweging te zetten, omdat hij een slechte invloed op Dodd heeft, en ze verbiedt Dodd uitdrukkelijk om The Cause voor zijn eigen primitieve seksdriften te misbruiken. Ook The Master moet een meesteres boven zich dulden. Peggy is in Dodds relaas over innerlijke beschaving gaan geloven, en zij is de waakhond die ervoor zorgt dat hij zich aan zijn eigen strenge voorschriften houdt. Freddie is de primitieve man, die Dodd helpt om af en toe even aan de drukkende dogma’s te ontsnappen waar zijn vrouw hem aan herinnert. Samen met Freddie kan Dodd een stoute jongen zijn, terwijl hij van Peggy zijn driften juist moet onderdrukken. Dodd staat Freddie oogluikend (maar wel met milde vaderlijke vermaning achteraf) toe om geweld te gebruiken tegen mensen die hem tegenspreken. Maar uiteindelijk krijgt Dodd nooit echt vat op Freddie. Hij is een geesteszieke, en Dodd zal hem nooit kunnen genezen. Kan alleen een krankzinnige zonder Master leven?
Pick a point
Het is moeilijk om vat te krijgen op The Master, en dat is ook duidelijk de bedoeling van schrijver en regisseur Paul Thomas Anderson. Exemplarisch is de scène waarin Dodd Freddie uitdaagt om het spel ‘pick a point’ te spelen: in de woestijn kiezen ze een plek in de verte, en ze racen er vervolgens op een motorfiets zo snel mogelijk heen. Freddie racet in profiel vooruit, maar Anderson maakt een Schnitt voor de kijker hem ziet aankomen op de door hem gekozen plek.
Dat is tekenend voor de gehele film. Anderson geeft zijn hoofdpersonen weinig betrouwbare achtergrond mee, waardoor er nooit genoeg houvast ontstaat om bij hen naar binnen te kijken. Eigenlijk voelt de kijker zich net zo uit het lood geslagen als Freddie. De opzettelijk troebele vertelwijze is een interessant experiment, maar af en toe manipuleert Anderson er wat te opzichtig mee, bijvoorbeeld door in het midden te laten of de naaktheid van de vrouwen op een Cause-bijeenkomst door Freddie gehallucineerd wordt of niet. Dat is een beetje een doorzichtige gimmick, bedoeld om je zekerheden als kijker te laten wegsmelten.
In de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog ontstonden er in de VS veel nieuwe religieuze bewegingen, waaronder Scientology, Latter Rain en Billy Grahams Evangelism. The Cause is een fictieve beweging, deels geïnspireerd op Scientology en het charismatisch leiderschap van L. Ron Hubbard. Maar The Master verhoudt zich niet tot Hubbard zoals Citizen Kane zich tot William Randolph Hearst verhield. In vergelijking met Scientology lijkt The Cause een nogal klunzige splinterbeweging, en Dodd kan zijn bluf nooit lang volhouden. Wanneer sceptici door blijven vragen verliest hij zijn geduld en wordt hij grof. Eigenlijk is Dodd vooral een beetje zielig, en energetisch is hij als personage nooit echt aan Freddie gewaagd.
Filmgeschiedenis schrijven
The Master gaat over een ambigue relatie tussen twee zoekende mannen, maar de film gaat ook over film. Als Andersons briljante There Will Be Blood een John Huston-film was door de ogen van Stanley Kubrick, dan is The Master een film die in 1950 gemaakt had kunnen zijn met Marlon Brando, Orson Welles, Katherine Hepburn en de jonge Doris Day als Freddie’s zestienjarige liefje. Hoffman is een technische acteur, en het contrast met Phoenix’ opzichtige Method-gemompel is passend voor 1950, het jaar waarin het leeuwendeel van de film zich afspeelt. Het was het jaar dat Brando voor het eerst op de bioscoopschermen explodeerde als verbitterde veteraan in The Men, dat Welles zijn grandioze ding deed als Mongoolse krijgsheer in The Black Rose, dat Hepburn een seksueel onneembare vesting speelde in The African Queen en dat Doris Day schattig en onbezoedeld was in Young Man With a Horn.
Een beetje teleurgesteld was ik wel in de nieuwe van Paul Thomas Anderson. De spanning ontstaat vaak niet door verhaalopbouw of karakterisering, maar doordat Anderson altijd de mogelijkheid heeft om Freddie Quell als een tikkende tijdbom onder de scène te leggen. Telkens is de kijker bang dat Freddie zichzelf of iemand anders iets aandoet.
Anderson blijft één van de meest vitale en oorspronkelijke Amerikaanse filmmakers van onze tijd, maar die reputatie hangt waarschijnlijk als een juk om zijn schouders. The Master lijkt meer een blauwdruk dan een eindproduct. Anderson heeft zijn speelsheid (tijdelijk?) verruild voor een obscuur, Beckett-achtig pessimisme, alsof hij zich verplicht voelt aan een idee dat groter is dan hemzelf. Net als Quentin Tarantino is Anderson er volledig van doordrongen dat hij filmgeschiedenis mòet schrijven, telkens weer opnieuw. En dat was zelfs voor de grote Orson Welles niet vol te houden. Pick a point, Paul Thomas. I’ve got faith.
The Master. 2012, Verenigde Staten, 144 min., kleur. Regie en scenario – Paul Thomas Anderson; Productie – Paul Thomas Anderson, Megan Ellison, Daniel Lupi en JoAnne Sellar; Camera – Mihai Malaimare Jr.; Montage – Leslie Jones en Peter McNulty; Production design – Jack Fisk en David Crank; Kostuums – Mark Bridges; Muziek – Jonny Greenwood; Met: Joaquin Phoenix (Freddie Quell), Philip Seymour Hoffman (Lancaster Dodd), Amy Adams (Peggy Dodd), Laura Dern (Helen Sullivan), Kevin J. O’Connor (Bill William), Jesse Plemons (Val Dodd), Ambyr Childers (Elizabeth Dodd), Rami Malek (Clark), Madisen Beaty (Doris Solstad), Amy Ferguson (Martha).