Eerder gepubliceerd op 19 februari in Trouw:
Zijn de christelijke deugden nog relevant in een seculiere samenleving? Filosoof Joep Dohmen richt zich liever op humanistische waarden.
Maurice van Turnhout
Interview
Filosoof Paul van Tongeren vindt de tijd rijp voor een herwaardering van de ‘theologale’ christelijke deugden geloof, hoop en liefde. “Dat de christelijke cultuur niet meer leidend is, betekent niet dat de waarden die zij heeft voortgebracht niet meer van belang zouden zijn,” stelde hij vorige week in Trouw.
Joep Dohmen, lector Bildung aan het Centrum voor Humanistische Vorming en auteur van de bestseller ‘Over levenskunst’, deelt Van Tongerens zorg over de huidige ‘neoliberale moraal van zelfbeschikking’, die maakt dat mensen vaak boven hun macht reiken.
Maar hij bekritiseert Van Tongerens visie op het menselijk handelen en de menselijke wil. Terwijl Van Tongeren meent dat deugdzaam leven draait om het accepteren van passiviteit, pleit Dohmen voor een meer actieve levenshouding.
“Er bestaat een humanistische morele agenda, met deugden als reflectiviteit, empathie, moed, tolerantie en verantwoordelijkheid,” zegt Dohmen. “Zulke deugden zijn broodnodig in een multiculturele, pluralistische samenleving. Waarom niet wat meer aandacht voor die seculiere deugden?”
Paul van Tongeren zegt dat u als humanistisch filosoof de goddelijke deugden verwaarloost. Klopt dat?
“Het is een serieus debat; Van Tongeren en ik delen een maatschappijkritiek. Wij zijn beiden overtuigd van de noodzaak van Bildung, het idee dat mensen werken aan de vormgeving van zichzelf. Zelf heb ik van meet af aan meer nadruk gelegd op reflectie en oriëntatie op waarden dan op deugden.”
Waarom is dat?
“Sinds de jaren zestig is negatieve vrijheid, jezelf losmaken van autoriteiten en vastliggende gewoontes, dominant geworden in onze cultuur. Maar de emancipatie is doorgeslagen, daar zijn Van Tongeren en ik het over eens. Vrijheid betekent vandaag vooral: je losmaken van… De nadruk zou eerder moeten liggen op de positieve vrijheid: je leven een richting geven.
Verlichtingsfilosofen als Immanuel Kant en John Locke hadden een positieve agenda. Moderne levenskunst betekent dat je je oriënteert op wat je wilt. De klassieke deugdethiek leert ons dat je je ook moet richten op hoe je dat doet, op het oefenen.
Van Tongeren verwijt mij dat ik te weinig aandacht besteed aan vorming langs de lijn van de deugden. Ik stel op mijn beurt vast dat hij de wil veronachtzaamt, alsof onze levensoriëntatie al gegeven is. Dat is nu juist ons moderne levensprobleem. Nietzsche zei dat we God kwijt zijn, we zijn richtingloos. Daarom moeten we op zoek gaan naar onze waarden. De deugden zijn in mijn ogen daaraan ondergeschikt.”
Wat is eigenlijk het verschil tussen een waarde en een deugd?
“Waarden zijn oriëntatiepunten, bakens voor wat we echt van belang vinden. Deugden zijn disposities, eigenschappen die mensen langzaam ontwikkelen. In de levenskunst hangen ze nauw met elkaar samen.”
Ik zou eigenbelang als waarde kunnen hebben, maar dat zou door weinigen als een deugd worden gezien.
“Zowel deugden als waarden zijn tijdgebonden en contextafhankelijk. Voor een vroegmodern denker als Thomas Hobbes was eigenbelang zelfs een noodzakelijk goed, hij pleitte voor een moreel egoïsme. Elke eerlijke denker zal toegeven dat je eigenbelang niet lichtvaardig kunt afschrijven. Maar je moet je eigenbelang natuurlijk wel altijd op anderen afstemmen.”
Eigenbelang beschouwen we niet als een deugd.
“De deugd is eerder resultaat van het oefenen om dat eigenbelang te realiseren. Ik zie deugden als instrumenten om een bepaalde waarde te kunnen uitdrukken, terwijl Van Tongeren ze intrinsiek van belang vindt. Als eigenbelang je hoogste waarde is, zijn deugden de gewoontes die dat eigenbelang het beste bevorderen, bijvoorbeeld discipline of prudentie.”
Wanneer kun je iets dan een deugd noemen?
“Deugd toont zich. Neem bijvoorbeeld stiptheid. Stiptheid stelt pas iets voor als ik vijf keer achter elkaar op tijd kom, dat heb ik moeten leren. Een deugd toont zich in de praktijk. Wie rekenen er altijd af in de kroeg? Gulle mensen. En de gierige mensen zijn altijd toevallig net hun portemonnee vergeten. Dat geldt trouwens ook voor die theologale deugden; geloof, hoop en liefde moet je ook leren.”
Waarom laat u in uw werk over levenskunst een christelijke ethicus als Augustinus links liggen?
“Als humanistisch moraalfilosoof leg ik andere accenten dan een modern theoloog. Ik accentueer het vervolmaken van de wil, terwijl veel theologen in navolging van Augustinus de vrije wil dubieus vinden. Van Tongeren bijvoorbeeld herneemt Augustinus’ kritiek op het willen: wij weten niet goed wat we willen. Hij ziet mensen als passieve wezens die eerder gedaan worden dan autonoom doen. Ik begin aan de andere kant: wat vermogen moderne mensen eigenlijk?
Je kunt een heel eind komen met het vormen van je eigen leven. Je moet heel goed nadenken over je verlangens en over wat in jouw leven echt belangrijk is. Filosoof Peter Bieri noemt dat ‘het handwerk van de vrijheid’.”
Zijn de goddelijke deugden dan nog wel nodig, of is het toch beter om over waarden te spreken?
“Dat is een goede vraag. Is het wel waar dat we vandaag die drie christelijke deugden echt missen? Dat veronderstelt een cultuurfilosofie waarin je overtuigend laat zien waaraan we tekort hebben. Dan denk ik eerder aan een klassieke deugd als bezonnenheid die ons het handwerk van de vrijheid leert. Twee moderne humanisten, Wilhelm Schmid en Luc Ferry, wijzen recentelijk op het belang van de liefde, omdat onze cultuur zonder liefde naar de knoppen zou gaan. Volgens mij gaat dat te ver.”
U bent huiverig om liefde als sociaal bindmiddel te zien?
“Ja. In mijn ogen heeft de westerse geschiedenis wel uitgewezen dat naastenliefde voor mensen te hoog gegrepen is. Dan zet ik liever in op sympathie.
Mensen zijn empathische wezens die volgens bioloog Frans de Waal van nature in staat zijn om zich te verplaatsen in een ander. Daarom is sympathie een deugd die echt te leren valt. We kunnen beter daarop inzetten dan op de verheven liefde. Omdat mensen kwetsbaar zijn, moeten we voor elkaar zorgen.”
Hoe zit het met de status van geloof en hoop?
“Onlangs werd aan de Belgische gedetineerde Frank Van Den B. euthanasie geweigerd. Velen vonden dat onmenselijk. Als iemand een levenslange gevangenisstraf moet uitzitten, ontneem je hem immers alle hoop, laat hem dan maar sterven. Anderen vonden het ontnemen van elke hoop juist Van Den B.’s verdiende loon. Hieruit volgt dat de context van groot belang is voor de beoordeling van een deugd.
We gebruiken de uitdrukking ‘valse hoop’, als we zien dat iemand wacht op iets wat toch nooit gebeuren zal. Maar misschien leven de meesten van ons in de valse hoop dat het in ons leven ooit beter zal gaan: hoop als noodzakelijke illusie.”
Is geloof nodig om die illusie te accepteren?
“We moeten natuurlijk niet alleen maar hopen, maar ook daadwerkelijk proberen ons leven te verbeteren. Geloven als deugd heeft te maken met vertrouwen. Omdat mensen kwetsbare wezens zijn die regelmatig te kort schieten, wordt dat vertrouwen regelmatig beschaamd. Toch denk ik eigenlijk niet dat hoop de deugd van geloof veronderstelt. Mensen blijven gek genoeg hun hele leven lang hoopvol, terwijl ze absoluut niet geloven dat het ooit beter zal gaan.”
U bent het dus diep oneens met Van Tongeren?
“Ik vind dat we goed moeten nadenken over zijn voorstel. Humanisten en christenen kunnen en moeten samenwerken aan de verbetering van onze wereld. Het humanistische idee dat je jezelf kunt verbeteren door je verstand te gebruiken, krijgt soms megalomane trekken, terwijl het christendom de mens wel erg klein maakt door steeds op zijn feilbaarheid en afhankelijkheid te wijzen. Wij hebben behoefte aan een gedeelde morele antropologie, waarin de kracht én de zwakte van de mens zo overtuigend in beeld komen dat we de moed vinden om met elkaar verder te gaan.”