Eerder gepubliceerd op 28 februari in Trouw:
Europa wil onafhankelijk worden van de Verenigde Staten. Volstaat dan de opbouw van een Europees defensie-apparaat? Twee filosofen reflecteren op deze actuele kwestie.
De gedoodverfde nieuwe Duitse bondskanselier Friedrich Merz wil zich inzetten voor Europese onafhankelijkheid van de VS op defensiegebied. De Franse president Emmanuel Macron en de Britse premier Keir Starmer vallen hem bij. Europa-breed klinkt ook de roep om onafhankelijkheid van Amerikaanse technologie: 70 procent van de Europese data staat op Amerikaanse servers, ook dat moet anders.
Er gaan decennia voorbij waarin niets gebeurt, soms weken waarin decennia zich voltrekken. De grote ontkoppeling van Europa en de VS lijkt te zijn ingezet. Door Trumps handjeklap met Poetin inzake Oekraïne en Trumps territoriale dreigementen tegen Navo-landen lijkt de Pax Americana zoals die tachtig jaar lang werd begrepen voorbij.
Maar wat is er nodig voor ware Europese onafhankelijkheid? Volstaan eigen Europese wapens en technologie, als we cultureel nog steeds zo verknoopt blijven met Amerika, via films, muziek, mode, literatuur, politieke cultuur? Hoe nu verder?
“We moeten niet de fout maken om de Amerikaanse cultuur enkel met Trump te identificeren, zoals je de Russische cultuur ook niet alleen met Poetin moet identificeren,” waarschuwt Gerben Bakker, filosoof en analistbij het The Hague Centre for Strategic Studies.
“Volgens een onderzoek van de Amerikaanse denktank German Marshall Fund beschouwt 72 procent van de geïnterviewde Amerikanen het eigen land nog steeds als betrouwbare partner van Europa. De Europese identiteit zit bij veel Amerikaanse families al generaties lang diep verankerd. De trans-Atlantische breuk lijkt mij dus niet definitief, die culturele banden snijd je niet zomaar door. Per geval moeten we ons dus blijven afvragen: hebben we van doen met Trumps reactionaire Amerika, of met een ander, meer progressief Amerika dat ook nog steeds bestaat?”
“Dat andere Amerika is er nog”, reageert Frank Ankersmit, emeritus-hoogleraar intellectuele geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Maar onderschat niet dat ruwweg de helft van de Amerikaanse bevolking inmiddels bestaat uit mensen die Trumps gedachtewereld delen. De zelfredzame, optimistische Amerikanen die de Franse filosoof Alexis de Tocqueville in 1831 op zijn reizen tegenkwam, staan haaks op de Trumpisten die je nu ontmoet in het zuiden en middenwesten van de VS.
“De Republikeinse partij heeft veertig jaar lang propagandistisch gif ingespoten bij deze mensen, sinds de opkomst van Reagan, Bush en Fox News. Door de afbraak van onderwijs en lokale media is het land cultureel platgestampt. Natuurlijk, ook in de VS ontmoette ik erudiete mensen die Europa goed kenden, dat is waar. We troffen elkaar dan op een brug die van Amerika naar Europa leidde.”
Bakker: “Op die brug vond altijd al een kruisbestuiving plaats. Kijk maar naar de twintigste-eeuwse Amerikaanse filosofie: Ayn Rand, Hannah Arendt, Friedrich Hayek, allemaal hadden ze Europese wortels. Andersom is Amerikaanse popcultuur regelmatig ingezet als politiek wapen. Denk aan de Rambo-films van de jaren tachtig, die als cultureel exportproduct wereldwijd het beeld versterkten van een almachtig Amerikaans leger.
“Tegenwoordig bereiken de Amerikaanse politiek-ideologische culture wars ons langs digitale weg. Maar die cultuurstrijd tussen enerzijds reactionaire Trumpisten en anderzijds progressieven is ook een voortzetting van cultuurstrijd die eerder op Europese bodem is geleverd, en waar Europeanen pijnlijke historische lessen van hebben geleerd.
“Trump en zijn vicepresident Vance dreigen: als de wil van de kiezer niet wordt gevolgd, moeten de rechtsregels buigen. Dergelijke fascistoïde oprispingen kennen we uit ons eigen Europese verleden. Nu we ze in het relatief jonge Amerika weerspiegeld zien, kunnen we ze als aansporingen beschouwen om niet nóg eens in deze valkuil te trappen.
“Het is enerzijds begrijpelijk dat we in Europa zo buitensporig veel aandacht schenken aan Amerikaanse cultuur en politiek, want het gaat hier om een supermacht met wereldwijde invloed. Maar in die fixatie op Amerika zit ook een vorm van gemakzucht. Er bestaat in Europa een culturele vergeetachtigheid, waardoor we slecht in contact staan met de verworvenheden van onze eigen pluralistische Europese ideeëngeschiedenis. En zo vermijden we vaak de vraag wie we zélf willen zijn, en wat voor Europese toekomst we zélf willen bouwen.”
Ankersmit: “De oudste les van de geschiedenis is een paradoxale, en de Romeinen kenden die al: als je wilt dat het vrede blijft, bereid je dan voor op de oorlog. Geen Europese staat is die les door de eeuwen heen ooit vergeten.
“Sinds de val van het West-Romeinse Rijk in 476 bestond Europa uit staten en naties die elkaar permanent bestreden. Het politieke aangezicht van het continent was elke eeuw weer anders. Maar na de overwinning op de nazi’s en de val van het Sovjetregime dacht men zich in Europa een vakantie van de geschiedenis te kunnen permitteren.
“Defensie lieten we liever over aan de Amerikanen, die elkaar in hun thuisland sowieso al graag van de sokken schieten. Zelf schaften Europese landen hun legers zo ongeveer af, en dat was een grove vergissing. Ik heb nooit begrepen waarom wij, vijfhonderd miljoen Europeanen, van de VS afhankelijk zouden moeten zijn om ons tegen honderdveertig miljoen Russen te verdedigen.”
Bakker: “Maar alleen herbewapening is nu niet genoeg. Anders dan cultuurbarbaar Trump zouden wij als Europeanen moeten beseffen dat Poetins invasie niet enkel een territoriale aanslag op Europa is, maar ook een aanslag op de pluralistische, heterogene Europese cultuur. Blaas naast de opbouw van defensie dus ook het Europese project nieuw leven in. De EU is nu een bureaucratische machine. Zorg dat die meer democratisch wordt. Als we een Europees leger willen, laten we dan in debat blijven over de uitgangspunten voor zo’n leger.
“Toegegeven, dat is erg ingewikkeld. De EU slaagt er lang niet altijd in om een krachtig, eensgezind en geloofwaardig verhaal te vertellen waar mensen zich achter kunnen scharen. En als je wél zo’n sterk eensgezind verhaal vertelt, schaad je het pluralistische karakter van Europa. Daardoor raken we vaak verlamd. Noem het de Europese tragiek.”
Ankersmit: “Als we die EU-machine in de gelegenheid stellen om op een maximaal democratische manier te peinzen over een Europees alternatief voor de Navo, zijn Oekraïne en Europa al vijf maal door Poetin en zijn trawanten opgepeuzeld. Zulke omslachtige bestuursstructuren kunnen we ons helemaal niet permitteren.
“Een democratie mag zich tegen zijn dodelijke vijanden verdedigen met niet-democratische middelen. Het lijkt me dat er daarom in Europa een Hoge Commissaris nodig is die tijdelijk absolute volmacht krijgt om alles te doen wat nodig is om op zo kort mogelijke termijn een zo krachtig mogelijk Europees leger op de been te krijgen.”
Bakker: “In Nederland gaan nu stemmen op om het defensiebudget los te koppelen van politieke besluitvormingsprocessen. Misschien is een dergelijke slagvaardigheid ook op EU-niveau mogelijk en noodzakelijk. Maar om Europa weerbaar te maken tegen Poetin door zélf een dictator te installeren, dat vind ik een volstrekt abject idee. Daarmee gooi je de hele Europese cultuurgeschiedenis van pluralisme en democratie te grabbel.”
Ankersmit: “Zo’n Hoge Commissaris moet ook geen Caesar-figuur zijn, die zich vergrijpt aan de macht. Ik denk eerder aan een aantal mensen, zoals de Poolse premier Donald Tusk en de Italiaanse ex-premier Mario Draghi, aan wiens oprechte democratische gezindheid niet getwijfeld kan worden. Mensen die na hun strikt gedefinieerde termijn de gebruikmaking van hun bevoegdheden moeten verantwoorden tegenover het Europarlement.
“De Oekraïense president Zelensky is wat mij betreft de held van de eenentwintigste eeuw. Eerder deze week vroegen de Eurocommissarissen hem in Kyiv wat hij het liefste wilde. Zijn antwoord was niet: Europese cultuur. Nee, Zelensky zei: ik wil een Europees leger. Zelensky weet beter dan wie ook hoe de kaarten liggen. Als hij zegt dat de opbouw van een Europees leger de absolute topprioriteit heeft, krijgt hij van mij het laatste woord.”