Eerder gepubliceerd op 29 maart in Trouw:
De Franse president Macron ging op de foto als vechtersbaas. Is zulke beeldtaal nodig voor de Europese weerbaarheid?
Op een Europese veiligheidsconferentie weigerde Emmanuel Macron uit te sluiten dat Frankrijk ooit grondtroepen naar Oekraïne zal sturen. De Franse president onderstreepte dit punt via een foto op sociale media, waarop hij met verbeten gezicht tegen een boksbal mept.
Precies het soort macho-pose waar in het Westen om werd gegniffeld toen de president van Rusland Vladimir Poetin hem innam op een van zijn beruchte fotosessies. En de boodschap was net zo helder: Macron, Europees leider, alfa-man, klaar voor het gevecht.
Wat doen zulke archetypische beelden met ons begrip van mannelijkheid in een geopolitieke situatie onder hoogspanning? Zijn deze beelden nodig voor de weerbaarheid van Europa, of vragen ze om tegenbeelden?
“Macrons boks-foto kun je een gekunsteld beeld van hypermannelijkheid noemen”, duidt Elize de Mul, filosoof en postdoc-onderzoeker aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. “Maar zodra ik de term ‘hypermannelijkheid’ gebruik wordt het al problematisch, want er bestaat niet zoiets als ‘inherent mannelijk’ of ‘inherent vrouwelijk’. Dat zijn bij uitstek culturele constructies.
“Mannelijkheid wordt historisch gezien vaak geassocieerd met assertiviteit, competitie, agressie; vrouwelijkheid met empathie, zorg, gemeenschappen vormen. Die associaties worden uitgedragen door verhalen, bijvoorbeeld in het christendom, waarin de man bovenaan de ladder van de schepping staat, met de vrouw eronder. Of het neo-darwinisme, ook een verhaal dat wellicht niet toevallig door mannen wordt gedomineerd, en dat survival of the fittest interpreteert als ‘recht van de sterkste’.
“In zijn Mythologieën wees de Franse filosoof Roland Barthes erop dat zulke beeldvorming werkt door de kracht van herhaling. Volgens Barthes verwijzen mythologieën voortdurend naar elkaar, waardoor ze elkaar versterken. Je ziet het ook op oude schilderijen, waarop mannen te paard ten strijde trekken, en vrouwen kwetsbaar en ingetogen zijn afgebeeld, vaak met de rug naar de beschouwer.
“Macron tapt met zijn boks-foto uit een oud vaatje: ‘echte mannen vechten’; een geconstrueerd beeld van mannelijkheid dat sinds de afgelopen eeuw steeds sterker wordt bevraagd.”
“Het strijder-zijn werd van oudsher vooral aan mannen voorbehouden”, reageert Gert-Jan van der Heiden, hoogleraar metafysica aan de Radboud Universiteit. “Maar het betekent een versmalling van het idee van mannelijkheid wanneer we ons aan zulke beelden blijven vastklampen als bakens van mannelijke identiteit. Zodra je over mannelijke en vrouwelijke eigenschappen gaat spreken, kom je erachter dat het twee dimensies zijn die zowel bij mannen als vrouwen in bepaalde mate voorkomen. Daarmee neemt de zeggingskracht van de termen mannelijkheid en vrouwelijkheid af.”
De Mul: “Vergelijk de foto van Macron met de beeldvorming rond Barack Obama, die nadrukkelijk werd gepresenteerd als family man met een zachtere kant. Er is een bekende foto van Obama die bukt om zijn haar te laten aanraken door een klein jongetje. Dat is heel anders dan Poetin met ontblote torso op een paard of een boksende Macron, Obama reageert veel meer vanuit wat we door eerdere beeldvorming zijn gaan associëren met ‘vrouwelijkheid’. Doordat een wereldleider zich zo anders presenteert gaan we ook anders kijken naar het geopolitieke toneel.
“Met zijn strijdlustige beeldtaal bestendigt Macron niet alleen een smal begrip van mannelijkheid, hij roept ook associaties op met oorlogsretoriek. De spanning tussen Rusland en het Westen is reëel, die kunnen we niet zomaar wegdenken. Maar wanneer we de Russen enkel nog zien als vijand waar we op los moeten beuken, verdwijnt elke nuance. Dan vergeten we dat niet alle Russen achter Poetin staan, dat Rusland van oudsher met Europa is verweven.”
Van der Heiden: “En zelfs als het zo is dat de Europese geesten stormrijp moeten worden gemaakt voor oorlog, dan is het eerder een teken van morele zwakte dan van kracht dat zo’n gewichtige politieke overweging met zulke frivole beeldtaal aan de man moet worden gebracht. De boks-foto is in mijn ogen vooral een poging van Macron om binnen Navo-kringen haantje-de-voorste te zijn.
“De afgelopen decennia hebben we in Europa vooral technocratische leiders gekend, die weinig inspirerend waren. Het verlangen naar een sterke leider is dus legitiem, maar als we technocraten vervangen door straatvechters lijkt me dat geen vooruitgang. Als er al een roep is om een sterke leider, laat het dan een roep zijn om een leiderschap dat moreel sterk is. Aristoteles noemt als kenmerk van een goede leider de deugd van phronésis, morele bedachtzaamheid, een vorm van kennis van de omstandigheden om te bepalen wat de juiste weg voorwaarts is. Macrons foto getuigt daar niet van, want wie dergelijke retoriek gebruikt speelt met vuur in een buitengewoon explosieve situatie.”
De Mul: “We moeten vooral waken voor enkel een negatieve definitie van Europa, als een grens die bevochten moet worden of als tegenpool van de vijand. In eerste instantie was het naoorlogse Europese verhaal er eentje van symbiose, van samenwerking en gedeelde belangen. Dat kernverhaal zit dichter bij een beeldvorming die in de westerse cultuur vaak wordt geassocieerd met het ‘vrouwelijke’; een beeldvorming van familie, gemeenschap en samenzijn, die als noodzakelijke tegenhanger kan dienen voor strijdretoriek, en die net zo goed door mannen als door vrouwen kan worden uitgedragen – zie Obama.
“En het geldt ook andersom: Denemarken wil bijvoorbeeld de dienstplicht uitbreiden naar vrouwen. Meer vrouwen in het leger helpt te normaliseren dat vrouwen óók de sterke beschermer kunnen zijn, of strijdlustig kunnen zijn. Maar bij dit voorbeeld van emancipatie kan je nog wél de kanttekening plaatsen dat het een groter frame van ‘strijd’ versterkt. En er is ook behoefte aan de contrasterende, meer ‘vrouwelijke’ beeldvorming in Europa, die meer gedeeld en herhaald zou mogen worden.”
Van der Heiden: “Het idee dat de man van nature een krijger is, wordt momenteel vooral gebruikt om mensen politiek te mobiliseren. Dienstplicht voor mannen en vrouwen zal inderdaad ruimte maken voor waarden als strijd en dominantie binnen ons begrip van vrouwelijkheid, waardoor de categorieën van mannelijkheid en vrouwelijkheid steeds verder overlappen. Maar daarmee komen we niet gemakkelijk af van het beeld van strijd, competitie en geweld, dat dan zelfs inherent aan het gehele mens-zijn lijkt te worden.”
De Mul: “Op andere terreinen zien we wat een ander, ‘vrouwelijk’ verstaan van de wereld oplevert. Zo kwam microbioloog Lynn Margulis tot het inzicht dat alle complexe levensvormen ooit zijn ontstaan door versmelting van verschillende soorten en typen bacteriën. Binnen de wetenschap werd Margulis’ theorie van symbiogenese aanvankelijk niet serieus genomen, want die weersprak het ‘mannelijke’ neo-darwinistische idee van survival of the fittest. Toch bleek haar theorie te kloppen.”
Van der Heiden: “Zo weten we inmiddels ook dat schimmels een gigantisch netwerk vormen dat samenwerkt om leven op aarde mogelijk te maken. Dit nieuwe natuurbegrip lijkt mij niet typisch mannelijk of vrouwelijk, net zo min als survival of the fittest dat was. Er komt nog steeds strijd voor binnen dit nieuwe natuurbegrip. Dat hoort nu eenmaal bij de levende natuur, maar wel binnen een overkoepelend samenwerken en communiceren. Laten we dáár onze menselijkheid op oriënteren.”
Agora en agon
Volgens de Oekraïense filosoof Volodymyr Jermolenko (1980, Kiev) zitten er twee ethische systemen in de haarvaten van Europa: enerzijds de agora, de burgerethos van overleg en compromis; anderzijds de agon, het ethos van de ridder die verdedigt wat waardevol is.
Sinds het begin van de Russisch-Oekraïense oorlog hamert Jermolenko erop dat Europa het ethos van de agon heeft verwaarloosd. Wie de vreedzame onderhandelingslogica van de agora meeneemt naar het slagveld delft volgens Jermolenko per definitie het onderspit, want bij een oorlog draait het om winnen of verliezen.
Geconfronteerd met Poetins expansiepolitiek is het broodnodig dat Europeanen ‘krijgers voor democratie’ worden, meent de filosoof. Meer agon dus, juist om de agora adequaat te kunnen verdedigen.
In het Filosofisch Elftal legt Trouw een actuele vraag voor aan twee filosofen uit een poule van elf. Lees hier eerdere afleveringen terug