LINCOLN (regie: Steven Spielberg).
Er bestaat een populair verhaal over de jeugdjaren van George Washington, de eerste president van de Verenigde Staten. Washington zou als zesjarige knaap de favoriete kersenboom van zijn vader hebben omgehakt. Toen vader Washington briesend van woede het huis binnenstormde, met de vraag wie de trots van zijn tuin had verminkt, zou de kleine George met een van tranen verstikte stem hebben gezegd: ‘I cannot tell a lie father, I did cut it with my little hatchet.’ Waarna vader het joch op schoot nam en antwoordde: ‘My son, that you should not be afraid to tell the truth is more to me than a thousand trees’.
Deze mythe is de morele meetlat waar elke Amerikaanse president langs wordt gelegd. In de twintigste eeuw zakte Richard Nixon het meest dramatisch voor de test, maar zijn negentiende-eeuwse idool Abraham Lincoln slaagde volgens de meeste geschiedschrijvers met vlag en wimpel. De mythevorming rond Lincolns rechtschapenheid leidde er zelfs toe dat hij door vriend en vijand ‘Honest Abe’ werd genoemd. In eerdere verfilmingen van het leven van de zestiende president, zoals D.W. Griffiths Abraham Lincoln (1930) en John Fords Young Mr. Lincoln (1939), werd de mythe hardnekkig in stand gehouden. Waarschijnlijk ook om de nationale moraal op te vijzelen in jaren van crisis.
Zijn de VS tegenwoordig ook weer toe aan een peptalk van Honest Abe? De teneur in veel artikelen over Steven Spielbergs Lincoln is dat het eigenlijk heel makkelijk en veilig is om een film over zo’n geliefde historische figuur te maken. Armond White vergeleek de film zelfs met Richard Attenboroughs slaappil Gandhi (1982), een werk waarin de titelfiguur zo ongeveer heilig wordt verklaard. Maar volgens mij moet je van goeden huize komen om een pakkende film te maken over een historische figuur die we al van haver tot gort denken te kennen. Spielberg breekt de mythe niet af, maar hij plaatst er wel enkele geldige kanttekeningen bij.
Angstdroom
Lincoln opent op één van de slagvelden van de Civil War (1861-65). De gretigheid waarmee blanke Confederates de zwarte Unionists aan hun bajonet rijgen – en vice versa- is schokkend en effectief. Het titelpersonage wordt geïntroduceerd met een statige over-shoulder op een blanke soldaat die de Gettysburg Address voor Lincoln opdreunt. Dat is natuurlijk egostrelend voor de president. Vervolgens verschijnt er een zwarte soldaat die met lastige vragen komt over gelijkheid. Lincoln heeft sympathie voor de jongen, maar hij durft niets te beloven en maakt er zich met een grapje van af.
Hierna visualiseert Spielberg een terugkerende angstdroom van Lincoln, door de president verteld aan zijn vrouw Mary (Sally Field). De plotselinge intimiteit van deze scène is verrassend. Gedurende de rest van de film komt de kijker echter niet dichter bij Lincoln, misschien enkel in de scènes waarin hij als bezorgde vader optreedt. Hij wordt nooit een heilige, zoals Attenboroughs Gandhi, maar hij blijft wel een enigma. Houdt Lincoln de schijn van een huwelijk op om zijn labiele vrouw Mary te sparen? En zo ja, zegt dat iets over hem als mens en als politicus?
Daniel Day-Lewis speelt Lincoln als een sluwe filosoof op pantoffels. Met zelfspot, langdradige anekdotes en moralistische aforismen zet hij zijn politieke tegenstanders klem, op zo’n manier dat een van zijn ministers op een gegeven ogenblik wanhopig met de ogen rolt en ‘spare me your pieties’ naar Lincoln roept. Na de keurige biopics van Griffith en Ford was het voor Amerikanen misschien enigszins shockerend om Honest Abe te zien als een ‘gewone’ politicus die moet wheelen en dealen om het gepolariseerde Congres te vermurwen. Hij doet een aantal dingen die presidenten als Nixon en George W. Bush later kwalijk zijn genomen: hij liegt, vertelt halve waarheden, koopt om, en mogelijk rekt hij zelfs de oorlog om zijn doel te bereiken. Maar omdat het doel (afschaffing van de slavernij) moreel goed is, zal de kijker eerder geneigd zijn om te accepteren dat het de middelen heiligt.
Goede smaak
Spielberg excelleert in het reconstrueren van de periode, en schept door zijn aandacht voor details een bijna volmaakte illusie. Hij neemt vrijheden met enkele historische feiten om de spanning op te voeren, maar verder gaat hij uiterst voorzichtig te werk. Af en toe is Spielberg te voorzichtig: bij een overhaast afgebroken dialoog tussen Lincoln en zijn veldheer Ulysses S. Grant (Jared Harris) draait hij een beetje om de hete brij heen en ontwijkt hij lastige vragen over de afwikkeling van de oorlog. En waarom wordt de moord op Lincoln zelf niet getoond? Als dat alleen uit het oogpunt van goede smaak is, valt het niet te verteren. Of volgt Spielberg het dictum van Lincoln zelf, dat er na de Civil War geen wraakgevoelens meer jegens het Zuiden gewekt moeten worden, om de eenheid van het land te behouden? Door deze beslissing gaat de film in ieder geval uit als een nachtkaars.
Terwijl Quentin Tarantino met Django Unchained een tegengif wil zijn voor de films van Griffith en Ford, maakt Spielberg juist dankbaar gebruik van hun artistieke nalatenschap. Eerder al liet hij E.T. naar een beroemde scène uit Fords The Quiet Man (1952) kijken. Hier gebruikt hij Fords schilderachtig clair-obscur, en het boerenechtpaar Jolly, dat in een van de vroegste scènes wordt opgevoerd, bestaat uit twee pittoreske typetjes die in Fords Western-universum niet hadden misstaan. In de retoriek van de sprekers in het Congres herkennen we zelfs John Carradine’s raspoliticus Cassius Starbuckle uit The Man Who Shot Liberty Valance (1962), een man die wist dat een goed politicus op de eerste plaats een goed acteur moet zijn.
De film kent zeker trage passages. Volgens mij hebben Spielberg en schrijver Tony Kushner (Angels in America) tijdens het maken een televisiepubliek in hun achterhoofd gehouden, dat geschoold is in het politieke drama van The West Wing en Borgen. Series die in lange dialoogscènes de verhouding tussen ethiek en praktijk in de politiek aan de kaak stellen.
Abraham en Mary Lincoln zijn zich in Kushners teksten zeer bewust van hun rol in de geschiedenis. Hoe zit dat met Spielberg zelf? De jonge, vitale regisseur van Duel, Jaws, Close Encounters of the Third Kind en Raiders of the Lost Ark legt zich steeds meer op literair getinte prestigeprojecten toe. Hij is de Amerikaanse filmdichter des vaderlands geworden, zoals Ford dat voor een eerdere generatie was. Lincoln is onbetwist het werk van een meester, maar ik vraag me af of Spielberg hier om herinnerd zal worden, of dat volgende generaties juist zijn vroege werk weer zullen koesteren.
Lincoln. 2012, Verenigde Staten, 150 min., kleur. Regie – Steven Spielberg; Productie – Kathleen Kennedy en Steven Spielberg; Scenario – Tony Kushner, naar het boek ‘Team of Rivals: The Political Genius of Abraham Lincoln’ van Doris Kearns Goodwin; Camera – Janusz Kaminski; Montage – Michael Kahn; Production design – Rick Carter; Kostuums – Joanna Johnston; Muziek – John Williams; Met: Daniel Day-Lewis (Abraham Lincoln), Sally Field (Mary Todd Lincoln), David Strathairn (William Seward), Joseph Gordon-Levitt (Robert Lincoln), James Spader (W.N. Bilbo), Hal Holbrook (Preston Blair), Tommy Lee Jones (Thaddeus Stevens), John Hawkes (Robert Latham), Jackie Earle Haley (Alexander Stephens), Bruce McGill (Edwin Stanton), Tim Blake Nelson (Richard Schell), Joseph Cross (John Hay), Jared Harris (Ulysses S. Grant), Gloria Reuben (Elizabeth Keckley), Michael Stuhlbarg (George Yeaman), Walton Goggins (Clay Hawkins), Lukas Haas (Soldaat).
1 gedachte over “De filmdichter des vaderlands”