Eerder gepubliceerd op 9 april in Trouw:
Grote denkers, blinde vlekken
Poppers open samenleving maakte de weg vrij voor een managementcultuur die zich als politiek neutraal presenteert. Maar politiek is niet louter ratio en methodische principes. Filosoof Ivana Ivkovic over de blinde vlekken van Karl Popper.
Karl Popper raakte al jong teleurgesteld in het marxisme, zegt filosoof Ivana Ivkovic. “Hij zag Stalin en Hitler als een pot nat. Rotsvaste zekerheid sluit volgens Popper de geest, het levert mensen over aan totalitaire systemen. Als wetenschapsfilosoof zag hij meer in twijfel en scepsis.”
In 1937 sloeg de Oostenrijks-Joodse Popper (1902-1994) op de vlucht voor het fascisme. Met zijn boek ‘De open samenleving en haar vijanden’ (1945) bepleitte hij de liberale democratie.
Het boek leidde tot een schandaal, aangezien Popper de Griekse wijsgeer Plato afschilderde als protofascist. “Volgens Popper is Plato een social engineer, die een blauwdruk geeft voor de ideale maatschappij. Popper schrijft zelfs dat Plato’s opvattingen in het verlengde liggen van rasverbetering, omdat Plato een maximaal aantal burgers noemt waarmee een samenleving optimaal kan gedijen. Vlak na de oorlog kwam die kritiek hard aan.”
Toen Ivkovic in 2007 de presentatie van een nieuwe Popper-vertaling organiseerde, sprak prinses Mabel van Oranje namens de Open Society Foundation, een stichting van zakenman George Soros die zich op Poppers filosofie baseert. “Prinses Mabel zei dat ze in haar jeugd was betoverd door het lezen van Plato, en dat Popper die betovering had verbroken.”
De gevolgen van Poppers onttovering worden volgens Ivkovic steeds meer zichtbaar. “Zijn open samenleving maakte de weg vrij voor een managementcultuur die zich als politiek neutraal presenteert. Popper zag niet in dat politiek ook emotiemanagement is, ze kan niet alleen gestoeld zijn op ratio en methodische principes. Uitgerekend Plato begreep dat goed: hij zegt dat je de hogere drijfveren – ratio – moet gebruiken om de lagere drijfveren – de onderbuik – aan te sturen.”
Na de val van de Muur stimuleerde Soros’ Open Society Foundation liberaal-democratische instituten in Oost-Europa. De stichting presenteert zich in overeenstemming met Popper als politiek neutraal.
Ivkovic: “Daarmee weigert Soros echter in te zien dat zijn stichting wel degelijk een politiek machtsblok vormt. Die blinde vlek maakt hem kwetsbaar voor de manier waarop hij door onder anderen de Hongaarse premier Orbán wordt gedemoniseerd als een soort marionettenspeler. Door het onttoverde, depolitiserende gedachtengoed van Popper worden bestaande machtsstructuren nu gekaapt door de betovering van de ongereguleerde vrije markt of het rechts-populisme.”
Hoed je voor utopisch denken, dat was volgens Ivkovic de grote les van de twintigste eeuw. “De les van begin eenentwintigste eeuw luidt misschien wel: de poging om politiek van utopisch denken te zuiveren, zoals Popper probeerde te doen, is net zo gevaarlijk.”
Liberaal-democraten halen de autoritaire regimes van leiders als Orbán vaak aan als bewijs dat de democratie in Oost-Europa niet ver genoeg is doorgevoerd, vervolgt Ivkovic.
“Ironisch genoeg is dat precies wat ik altijd over het socialisme hoorde toen ik opgroeide in Servië, achter het IJzeren Gordijn. Als je daar over Stalin en de goelags sprak, zeiden mensen: tja, het socialisme is gewoon nog niet ver genoeg doorgevoerd.”