Eerder gepubliceerd op 13 januari in Trouw:
Marc Bienemann, directeur Benelux van autoconcern Jaguar Land Rover, leest liever Nietzsche dan een marketinggoeroe. ‘Als je zegt dat de waarheid niet bestaat, beweer je eigenlijk het tegenovergestelde.’
Maurice van Turnhout
Interview
Marc Bienemann moet op de foto. Als de fotograaf hem vraagt om nonchalant tegen de nieuwe Jaguar XE te leunen, doet hij dat uiterst behoedzaam, alsof de wagen van porselein is. “Eigenlijk is het oneerbiedig om zo tegen een auto aan te hangen,” verzucht Bienemann. “Dat doe je niet. Als autofabrikant moet je ook nooit je logo op de matjes laten drukken. Dan is het alsof de inzittenden hun voeten vegen met je merk.”
Een in de haast mee gegrist boek – bedoeld om de pose te vervolmaken – blijkt, bij nadere inspectie, een marketingboek te zijn. “Heb ik niet gelezen hoor,” haast Bienemann zich te zeggen.
Hij volgde ooit de opleiding heao marketing, maar ontdekte al snel dat de lesstof hem maar matig interesseerde. “Marketing is een techniek. Best leuk hoor, maar wat mij interesseerde was de vraag: waarom doen mensen wat ze doen? Na marketing heb ik een tijdje psychologie gestudeerd, maar daar kreeg ik ook geen antwoord op mijn vraag. Psychologie is een technische analyse van het brein, het leert je niets over de diepere beweegredenen van mensen. Filosofie doet dat wel.”
Van een studie filosofie is het voor Bienemann nog niet gekomen. Zes jaar geleden opperde hij die mogelijkheid bij de hoofddirectie van Jaguar Land Rover in Engeland. “Als jullie echt in mijn toekomst willen investeren, moeten jullie mij in deeltijd filosofie laten studeren,” zei Bienemann. “Daar komen jullie als bedrijf verder mee dan als je mij een MBA laat doen.”
Verwarring aan de andere kant van het bureau. “Ze begrepen het wel, maar zeiden toch nee. Ze waren bang dat als ze tegen mij ‘ja’ zouden zeggen, er vervolgens een manager zou vragen om kunstgeschiedenis of iets dergelijks te mogen studeren.”
Audioboeken
Dus benut Bienemann de anderhalf uur reistijd in zijn Range Rover tussen zijn Belgische en Nederlandse kantoren met het luisteren naar audioboeken van de grote filosofen. “Zo kom ik uitgerust aan op mijn werk, en ook meer geïnspireerd. In het dagelijks leven ben je constant bezig, zonder op je doen en laten te reflecteren. Door naar de woorden van filosofen te luisteren kan ik eventjes afstand nemen. En vervolgens maak ik meer bewuste keuzes.”
Bienemann zit in een witte leren fauteuil in de showroom bij zijn kantoor in Beesd, Gelderland. De ruimte wordt gedomineerd door een enorme wereldkaart aan de wand.
“Ik volgde ooit een leiderschapscursus, waarbij je door een of ander bureau werd gehersenspoeld,” vertelt Bienemann. Hij maakt een wegwerpgebaar. “De eerste opdracht was: maak in een half uur een tekening over jouw wereld. Nou ben ik al geen tekentalent, maar ik vond de opdracht ook nog eens redelijk abstract. Toen heb ik een poppetje getekend met een spiegel, vervolgens een paar poppetjes eromheen. Daaromheen een wereldbol, en daaromheen weer het universum. Zo zie ik het leven: in de eerste plaats moet ik mezelf leren kennen, in de tweede plaats de mensen om mij heen, en in de derde plaats moet ik mijn kennis van de wereld en van wat eventueel daarbuiten ligt vergroten. Ik wil dat universum voor mijzelf zo groot mogelijk maken. De andere cursisten hadden natuurlijk gewoon een mooi huis getekend. Stond ik daar met mijn tekening. Ik dacht: ‘Ik heb het verprutst’. Maar het was een goede oefening om mezelf te leren kennen. Het moment dat ik iets nieuws ontdek en leer begrijpen, is voor mij altijd een geluksmoment.”
Nietzsches perspectivisme
Bienemann raakt op dreef. Hij brengt geen halve minuut in dezelfde houding door, alsof hij zich geen raad weet met zijn lange armen en benen. Het gesprek komt op Nietzsche.
“Zijn perspectivisme is voor mij een inspiratiebron. Nietzsche stelde vast dat de waarheid niet bestaat, er bestaan alleen verschillende perspectieven op de waarheid. Natuurlijk is het goed om met een idee van de waarheid te komen. Er moet altijd iemand zijn die een kader schept. En het interessante is: als je zegt dat de waarheid niet bestaat, beweer je eigenlijk het tegenovergestelde. Je hebt dan een nieuw kader geschapen. Namelijk: de waarheid dat er geen waarheid bestaat.”
Even kijkt hij peinzend opzij. “Maar daar gaat het niet om. Filosofen zijn vaak met zichzelf in tegenspraak. Al die verschillende invalshoeken geven mij energie.”
Een directeur van een groot autobedrijf die vraagtekens plaatst bij managementcursussen en in zijn terreinwagen maalt over het relativisme van Nietzsche. Hoe helpt dat alles hem in zijn werk?
“Als ik er op zakelijk gebied van uitga dat de waarheid niet bestaat, helpt mij dat om objectiever over een situatie te oordelen. Sommige collega’s zitten heel diep in de materie, en dan moet ik als directeur afstand nemen en holistisch kijken naar wat we als bedrijf aan het doen zijn. Want ongewild kijk je altijd met een referentiekader, de kennis en ervaring die je hebt opgebouwd. Dat referentiekader is zowel je grootste schat als je grootste valkuil, want het bestaat ook uit vooroordelen. Je moet altijd proberen om er afstand van te nemen, en het dilemma waar je voor geplaatst wordt met frisse ogen bekijken.”
Bienemann leunt voorover. “Als mensen een principiële keuze maken, is dat eigenlijk intellectuele luiheid. Want als ze later voor hetzelfde dilemma staan maken ze precies dezelfde keus, en zeggen ze ‘ja’ of ‘nee’ vanuit een reflex. Zonder zich af te vragen of de omstandigheden misschien veranderd zijn. Of hun eigen perceptie.”
Auto’s maken gelukkig
De collectie van Jaguar Land Rover bestaat uit luxeartikelen. Welke filosoof zou het beste zulke auto’s kunnen verkopen?
Na lang nadenken: “Puur op rationele argumenten zou Sartre dat wel kunnen. Omdat mensen voor onze auto’s kiezen als verlengstuk van hun eigen ‘zijn’. Maar Sartre is niet de enige filosoof die een auto kan verkopen. Er zijn tenslotte bijna net zoveel auto’s als er mensen zijn. Het leuke aan auto’s is dat iedereen er een mening over heeft. Mensen gaan niet op een verjaardag uitleggen waarom ze een bepaald wasmiddel hebben gekocht. Met auto’s doen ze dat wel. Auto’s maken mensen gelukkig.”
Omdat de auto een statussymbool is? Bienemann vermoedt dieperliggende redenen. “Volgens marktonderzoek is design een van de doorslaggevende aankoopargumenten voor een auto. Als een ontwerp tijdloos is, trekt dat mensen aan. Dat is generatie-overstijgend en zingevend. Ik hou ervan om bij de zee te staan. Waarom? Omdat de zee groter is dan ik, en omdat de zee mij zal overleven. Dat is een belangrijk besef. Het heeft een soort goddelijke aantrekkingskracht.”
Matjes waar het bedrijfslogo niet op mag, goddelijke aantrekkingskracht – Bienemanns filosofie krijgt hier religieuze trekken. De auto als heilige koe? “Ik ben rooms-katholiek, daar zal ik wel door beïnvloed zijn,” zegt Bienemann luchtig, “ook al heb ik er nooit actief iets mee gedaan. Maar ik weet wel dat mensen op zoek zijn naar iets eeuwigs, iets wat groter is dan zijzelf. Bij een tijdloos design kunnen ze dat ook vinden.”
Marc Bienemann (1967, Arnhem) begon in 1992 na de heao als marketeer bij Rover Group. Tien jaar later werd hij algemeen directeur van Land Rover. Tegenwoordig is hij directeur Benelux van Jaguar Land Rover.