Eerder gepubliceerd op 18 juli 2024 in Trouw:
Staat het morele kompas scherp genoeg afgesteld in de samenwerking tussen Nederlandse en Israëlische universiteiten?
Tijdens protesten en bezettingsacties riepen studenten en academici Nederlandse universiteiten op om de banden met universiteiten in Israël te verbreken, vanwege mensenrechtenschendingen door Israël in Gaza.
In deze krant lieten vijftien rectoren vorige maand weten dat ze dergelijke boycots niet overwegen, omdat die strijdig zouden zijn met het ideaal van academische vrijheid.
En afgelopen week stuurden ongeveer vijftig Joodse medewerkers van Nederlandse universiteiten een opiniestuk naar het Het Parool, waarin ze een boycot contraproductief noemen. Oproepen tot het boycotten van Israëlische universiteiten wekt volgens de briefschrijvers bovendien de schijn van antisemitisme.
De briefschrijvers concluderen dat universiteiten politiek zo onafhankelijk mogelijk moeten zijn: ‘Ons advies is daarom alle internationale samenwerkingsverbanden – en niet eerst alleen die met Israëlische partners – op projectbasis te evalueren op basis van een moreel kompas.’
Is het boycotten van Israëlische universiteiten een goed idee? Hoe ontwikkel je in deze kwestie een moreel kompas?
“In Israël wordt momenteel ook door progressieve groepen geprotesteerd tegen het beleid van de regering-Netanyahu,” observeert Gerben Bakker, filosoof en analist bij het The Hague Centre for Strategic Studies. “Door universiteiten te boycotten vervreemd je deze Israëlische demonstranten van je, dus volgens mij werkt zo’n boycot snel averechts.”
“Een boycot heeft gevolgen”, erkent Thijs Lijster, universitair docent kunst- en cultuurfilosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Ook Israëlische studenten en onderzoekers die kritisch zijn op het bezettingsbeleid van Israël kunnen daardoor misschien minder research doen en zijn niet langer welkom op buitenlandse congressen. Dat is pijnlijk. Maar ondermijn je daarmee hun kritiek, of versterk je die? Ik vermoed toch het laatste.
“De Universiteit van Gent verbrak de banden met Israëlische universiteiten, en de Gentse politicoloog Koen Bogaert schreef dat hij nu e-mails ontvangt van kritische Israëlische wetenschappers waarin ze hun waardering voor de boycot uitspreken, omdat hun interne kritische geluid daarmee wordt ondersteund. In Zuid-Afrika tijdens het apartheidsregime had een universitaire boycot als pressiemiddel ook enig effect om verandering af te dwingen, zij het in combinatie met economische boycots.”
Bakker: “Diplomatieke pressie of actieve steun aan de lopende gerechtelijke onderzoeken leggen veel meer gewicht in de schaal dan een universitaire boycot. Los daarvan vind ik zo’n boycot een moreel paardenmiddel. Een uitzichtloze stadsoorlog die zoveel burgerlevens opeist vraagt om een gewetensonderzoek in de maatschappelijke breedte: waar liggen precies de Nederlandse verantwoordelijkheden en betrokkenheden, wat kunnen we doen om het bloedvergieten van beide kanten te laten stoppen? Ook universiteiten hebben zo’n morele plicht tot zelfonderzoek, en het valt ze aan te rekenen als ze hun neutraliteit zouden aanvatten om zich daarvan te ontslaan.
“Een boycot eisen lijkt me een lomp instrument, waarmee je zowel Israëlische universiteiten met een orthodoxe inslag treft als universiteiten waar een meer kritische wind waait. Met een boycot verspeel je bovendien de mogelijkheid om de ander aansprakelijk te stellen op basis van open lijnen. Je snijdt de banden door en duwt de problematiek terug in de schoot van de ander.
“Begrijp me goed, het is prijzenswaardig dat studenten in Nederland zich roeren, want verder vind ik het erg stil rond de Gaza-oorlog, zeker vanuit de institutionele hoek. Maar vanwege uit de hand lopende universiteitsbezettingen door raddraaiers gaat het vooral over veiligheid en niet over morele stellingname. Dat is ook een misrekening van de kant van de welwillende demonstranten: is de universiteit wel de meest geëigende plek om je punt te maken? In essentie is het geen politiek instituut, er ligt maar geringe politieke verantwoordelijkheid en veranderkracht.
“Sterker nog, juist bij het aanzwengelen van een brede maatschappelijke dialoog is het misschien wel de belangrijkste rol van universiteiten om een vrijplaats te zijn voor discussie en moreel onderzoek, maar dat verhinderen die bezettingen juist.”
Lijster: “Mijn ervaring met het kampement in Groningen is anders. Daar werd ruimte geboden voor discussies en teach-ins, waarin het conflict van verschillende kanten belicht werd.
“Onafhankelijkheid is ook niet hetzelfde als neutraliteit. Max Horkheimer, filosoof en socioloog van de Frankfurter Schule, beschrijft dat de traditionele opvatting van wetenschap als een neutraal instrument juist de sociale en politieke betrokkenheid ervan heeft toegedekt.
“In zijn eigen voorstel voor een ‘Kritische Theorie’ onderkent Horkheimer dat wetenschap op allerhande manieren verbonden is met politiek en samenleving. Zo staan sociale wetenschappen vaak in dienst van de staat, bijvoorbeeld bij onderzoek naar populatie- en arbeidskwesties. Universiteiten moeten die politieke verknooptheid niet ontkennen door zich achter een ideaal van onafhankelijkheid te verschuilen, ze moeten die banden juist onder ogen zien en als aanleiding gebruiken voor zelfkritiek.”
Bakker: “Daarom moet je ook niet de banden tussen universiteiten beoordelen, maar zorgvuldig analyseren wat er achter die banden schuilgaat – in lijn met het morele kompas waarover de briefschrijvers het hebben. Waarvóór worden kennis en wetenschap ingezet? Het Israëlische leger gebruikt zeer vermoedelijk algoritmen en AI-systemen om Hamas-doelwitten te selecteren, typisch technologie waaraan indirect academisch onderzoek ten grondslag kan liggen. Nederlandse universiteiten moeten dus alert zijn op hoe onderzoek en innovatie verantwoord wordt toegepast.”
Lijster: “Die verbondenheid van Israëlische universiteiten met het militair-industrieel complex lijkt mij een sterk argument voor een boycot. Toch zijn er wel degelijk ook tegenargumenten aan te voeren. Uitgerekend de Amerikaanse filosoof en Israël-criticus Noam Chomsky is geen voorstander van een boycot. Als je Israëlische universiteiten boycot, kan je dat ook wel bij Amerikaanse universiteiten als Harvard doen, argumenteert Chomsky, want die zijn direct of indirect medeplichtig aan Amerikaanse oorlogsvoering. Daaruit blijkt al hoe ingewikkeld het is om een universeel moreel kompas hiervoor te ontwikkelen.
“Als de briefschrijvers zich afvragen waarom Israëlische universiteiten er nu worden uitgepikt voor een mogelijke boycot, en universiteiten in andere landen met een geschiedenis van mensenrechtenschendingen niet, dan wijst dat volgens mij niet op antisemitisme. Het bewijst eerder dat Israëlische universiteiten in zekere zin als verwant aan westerse universiteiten worden beschouwd en ze dus aan dezelfde strenge eisen worden onderworpen. Daarnaast vindt er ook daadwerkelijk veel meer interactie plaats met Israëlische universiteiten dan met pakweg Chinese of Saudische universiteiten.
“Een aantal jaar geleden zou een campus van de Rijksuniversiteit Groningen worden opgericht in de Chinese stad Yantai, een prestigeproject van het toenmalige collegebestuur. Maar door interne weerstand vanuit de universiteitsraad ging die campus niet door, vooral vanwege zorgen over de vrijheid van meningsuiting in China.
“Vergelijk dat met vorige maand, toen rectoren zich uitspraken tegen boycots van Israëlische universiteiten, met het argument dat zoiets op een hoger politiek niveau moet worden beslist. Als instelling zal je toch ook echt zelf verantwoordelijkheid moeten nemen over de samenwerkingen die je aangaat. Het getuigt juíst van politieke onafhankelijkheid als je daarin democratisch je richting bepaalt, zoals toen de Groningse universiteitsraad aan de rem trok in de zaak-Yantai.”
Bakker: “Het was inderdaad vrij krachteloos van de universiteitsbesturen om zich snel te scharen achter de oekaze van de universitaire koepelorganisatie VSNU. Daarmee laten ze een kans liggen om met eigen ideeën te komen die meer weloverwogen zijn en meer empathie laten zien tegenover de ontzetting die bij grote groepen overheerst.”
Lijster en Bakker wijzen erop dat tijdens de militaire operatie van Israël in Gaza ‘scholasticide’ (systematische massavernietiging van het onderwijssysteem, red) is gepleegd. “Alle universiteiten van Gaza zijn vernietigd,” verklaart Lijster. “Daarmee is een substantieel deel van het collectieve geheugen van het Palestijnse volk weggevaagd. Zoiets mag je een grotere bedreiging van de academische vrijheid noemen dan een boycot van een Israëlische universiteit, dunkt mij. Als de VSNU zich zo bekommert om de academische vrijheid en onafhankelijkheid, en zo sterk tegen boycots is gekant, waarom pleiten ze dan niet vóór een fonds waarmee wetenschappers uit Gaza hun werk voort kunnen zetten?”
In het Filosofisch Elftal legt Trouw een actuele vraag voor aan twee filosofen uit een poule van elf. Lees hier eerdere afleveringen terug