Eerder gepubliceerd op 17 juni in Trouw:
Kan apocalyptisch denken ons scherp houden in de klimaatcrisis? Een gesprek met filosoof Lisa Doeland, die pleit voor ‘apocalypsofie’.
“Mezelf laten arresteren? Helaas niet.” Lisa Doeland herinnert zich haar eerste deelname aan een demonstratie van Extinction Rebellion, de internationale klimaatbeweging die onder andere een subsidiestop voor de fossiele industrie eist.
“Ik vond het lastig om weg te lopen,” bekent Doeland, “want ik voelde veel solidariteit met de groep. Maar ik had met de oppas van de kinderen afgesproken om me niet te laten oppakken. Natuurlijk, in vergelijking met doorgewinterde XR-activisten was mijn bijdrage minimaal. Tot nu toe.”
In haar boek Apocalypsofie breekt Doeland (1982), filosofiedocent aan de Radboud Universiteit en Universiteit van Amsterdam, een lans voor apocalyptisch denken in deze tijden van ecologische crisis. Centraal staat de Noach-interpretatie van de Duitse filosoof Günther Anders.
Deze Noach slaagt er als doemprofeet niet in mensen te overtuigen van de ernst van de naderende zondvloed. Iedereen hoont hem weg. Pas als Noach in rouwkleren de straat op gaat en weent om de zondvloed alsof die al heeft plaatsgevonden, komen mensen nieuwsgierig op hem af. En pas dan krijgt hij hulp bij het bouwen van zijn ark.
Volgens Doeland bevat dit verhaal een les voor de klimaatbeweging. “Je moet ten volste gelóven in de absolute onvermijdelijkheid van extinctie, niet alleen van de menselijke soort maar van álle soorten, en je zo precies mogelijk proberen voor te stellen dat er niemand meer over zal zijn om zich ook maar iets van de wereld te herinneren. Pas dan zet je een proces in gang om dat einde te vermijden.”
Apocalypsofie dus. Wat ontbreekt er in onze huidige verhouding tot de ecologische crisis?
“We trekken er valse conclusies uit. Overheden en bedrijven pronken met CO2-compensatie en ‘groene groei’, maar dat zijn fantasieën: we doen alsof we duurzaam produceren zonder afval, maar dat afval wordt enkel verplaatst. Erg gevaarlijk, want daarmee maken we onszelf wijs dat we op de oude voet verder kunnen consumeren. Maar zoals XR zegt: the crisis is now.”
Eilanden als Tuvalu worden reeds door de oceaan verzwolgen, vertelt Doeland, en ook West-Europa wordt steeds vaker opgeschrikt door overstromingen en bosbranden die het gevolg zijn van klimaatverandering. “Het gaat dus niet zozeer om het redden van de planeet, in een soort alles-of-niets-scenario, maar om redden wat er te redden valt; we kúnnen het einde van de wereld zoals we die kennen niet meer voorkomen, we zitten er al middenin.”
Onlangs herzag Doeland een documentaire over de Groenlandse poolkap. “Om die poolkap te behouden hadden we de CO2-emissies met 80 procent terug moeten brengen – in 2020. Elke keer dat ik die documentaire zie, ligt dat tippingpoint verder in het verleden. Alsof je in gestolen tijd leeft.”
Of kijkers trekken de conclusie: we leven nog, het zal allemaal wel meevallen…
Doeland wuift verduidelijkend om zich heen. Ze zit in een luxueuze bar in Amsterdam-Oost, waar op de achtergrond niks-aan-de-handmuziek zoemt. Een glas witte wijn en een kommetje vegetarische bitterballen staan binnen handbereik.
“Eigenlijk kán dit soort decadentie helemaal niet”, zegt Doeland. “Toch doe ik er zelf volop aan mee. En ja, ik geniet er ook enorm van. Momenteel leven we in wat Freud Verleugnung noemde, een soort halve ontkenning: we weten allemaal dat het niet kan, maar tóch…
“Kapitalisme beschouwt de natuur als een grondstofdepot en onttrekt die grondstoffen in een steeds sneller tempo aan de aarde. Het is niet gericht op het voortzetten en doorgeven van het leven, het is er enkel op gericht om de levens van een bepaalde groep mensen comfortabeler te maken.
“Het is altijd makkelijk om klimaatactivisten hypocrisie te verwijten als ze meeprofiteren van dat comfort: je moet bijvoorbeeld je mond houden over de bio-industrie als je nog avocado’s eet, want voor het groeien van avocado’s worden oerbossen gekapt. Door dat soort verwijten moet je je niet uit het veld laten slaan, maar het zou evengoed onzin zijn om te ontkennen dat daar een spanning zit. Voor mij is de vraag: hoe ga ik met die spanning om?”
Hoe dan? Door de kapitalistische verleidingen te leren weerstaan?
“Door jezelf ervan te vervreemden. Punt is, het goede leven bestaat niet te midden van het foute, zoals Theodor Adorno zei. Je bent deel van een systeem, of je wil of niet. Maar als onderdeel geef je dat systeem ook mede vorm, dus kan je er tegelijkertijd alternatieven voor verbeelden. En je zal een zekere tolerantie voor die Verleugnung moeten ontwikkelen. Want het is óók prettig om hier in deze bar te zitten, het heeft geen enkele zin als ik bezwijk aan schuldgevoel.”
Aan schuldgevoel hebben we niets, wel aan verdriet, schrijft u. Hoe zit dat?
“Schuldgevoel kan je gebruiken als signaal dat je ergens kritisch naar moet kijken. Maar je kan er niet op varen, want het werkt verlammend, op een gegeven moment zal je er vanaf willen. Verdriet kan een opening bieden, je denkt dan niet langer in abstracties en ontdekt gebieden van jezelf die je liever verborgen wilde houden.
“Neem Chris Jordans beroemde foto van een dood albatroskuiken, gestikt in plastic. Heel concreet. Ik ben niet in m’n eentje verantwoordelijk voor het lot van die vogel, maar ik wil wel naar dat beeld kijken en me afvragen: hoe is het mogelijk dat deze vogel zoiets is overkomen?”
Bestaan er rouwrituelen voor zulk verdriet?
“Misschien zouden er daar meer van moeten zijn. Chris Jordan maakte ook een documentaire waarin je hem ziet rouwen om een dode vogel en een begrafenisritueel ziet uitvoeren. Door zulke rituelen stap je minder makkelijk over dingen heen. En dat is belangrijk, want als íets de kapitalistische cultuur kenmerkt, dan is het wel dat je voortdurend wordt afgeleid door YouTubefilmpjes of modegrillen die je uitnodigen om over dingen heen te stappen.”
Toch blijf ik het lastig vinden, rouwen om extinctie. Na de extinctie valt er niets meer te rouwen. Hoe kan je vóóraf rouwen?
“Extinctie is inderdaad onbevattelijk, want daarmee verdwijnt het doorgeven van het betekenisvolle geheel – volledig. Dat is veel angstwekkender dan bijvoorbeeld de dood van een dierbaar individu. Maar als je om extinctie rouwt, kan je je wél inbeelden hoeveel ondraaglijk leed er zal zijn in de aanloop daarnaartoe.
“En hoe verhoud je je dan tot het leed dat zich al verspreidt, en tot het toekomstige leed, hoe zorg je er samen met anderen voor dat die toekomst geen waarschijnlijke toekomst meer is? Want die toekomst is niet onontkoombaar, die is het gevolg van politieke keuzes.”
Voordat u ging demonstreren bij Extinction Rebellion wilde u een afweging maken of dat wel kón, tegelijkertijd academica en activist zijn. Hoe hakte u de knoop door?
“Toen ik las dat XR-activist Lucas Winnips door de politie van zijn bed was gelicht, was die innerlijke dialoog snel afgelopen. In Nederland stond het demonstratierecht op het spel, klimaatactivisten werden gecriminaliseerd. Vanuit woede en verontwaardiging ging ik dus ineens die grens over.”
Doeland is blij dat de XR-protesten op steeds bredere maatschappelijke steun kunnen rekenen. “XR wordt op het nippertje een volksbeweging van mensen die de kapitalistische status quo niet langer aanvaarden. En dat is goed, want bedrijven als Shell en Tata Steel gaan niet uit zichzelf veranderen.
“Het enige positieve wat die bedrijven kunnen doen, is zichzelf opdoeken. Maar dat gaan ze niet doen. En de overheid doet ook niets, die faciliteert alleen maar met verkeerd beleid en subsidies. Dus daar moeten wij burgers een handje bij helpen.”
Lisa Doeland: Apocalypsofie. Over recycling, groene groei en andere gevaarlijke fantasieën. Uitgeverij Ten Have; 240 pagina’s; € 20,99.