Eerder gepubliceerd op 3 januari in Trouw:
Niet iedereen heeft zin in weer een deprimerend artikel over de oorlog in Oekraïne, Gaza of Soedan. Sommige mensen stoppen zelfs helemaal met het volgens van het nieuws. Maar heb je niet gewoon een ethische plicht om op de hoogte te zijn?
Uit onderzoek van het Rode Kruis blijkt dat 60 procent van de Nederlanders soms wegscrolt of -zapt bij slecht nieuws. 30 procent van de respondenten geeft aan regelmatig nieuws te mijden, aangezien het gevoelens van woede, verdriet en machteloosheid opwekt.
Nieuwsmijding is begrijpelijk als een vorm van mentale zelfbescherming, maar het is ook laakbaar, stelt onderzoeker Kiki de Bruin op de website van het Rode Kruis: “Het is een enorm privilege om je van het nieuws te kunnen afsluiten, terwijl veel mensen die keuze niet hebben.”
Kennis is macht, zo luidt het oude adagium. Maar kan een teveel aan kennis ook tot machteloosheid leiden? Hebben we een ethische plicht om het nieuws te volgen, als dat nieuws zo verlammend werkt?
“Eerst even helderheid over dat begrip ‘nieuws’,” zegt Bas Haring, filosoof en bijzonder hoogleraar publiek begrip van de wetenschap aan de Universiteit Leiden. “De winnaar van het Eurovisiesongfestival is technisch gezien ook nieuws, maar niemand zou vinden dat je een ethische plicht hebt om die te kennen. Met nieuws bedoelen we dus op de eerste plaats: ‘belangrijke feitelijkheden over de wereld’.”
“En wat mij betreft heb je wel degelijk de plicht om die te volgen,” reageert Tinneke Beeckman, filosoof en columnist, “omdat je nu eenmaal een burger bent die in een democratie leeft. Als je je in het publieke debat mengt, moet je jezelf goed informeren. Een boer in de middeleeuwen hoefde niet zo nieuwsgierig te zijn, want die had toch niets te zeggen. De koning besliste over alles.”
“Met de opkomst van de democratie kregen we ook een vrijere pers”, vertelt Beeckman. “Aangejaagd door technologische innovaties komt er steeds meer informatie beschikbaar. Idealiter ben je dus steeds nauwkeuriger in het vormen van je mening. Manipulatie, desinformatie en onwetendheid hebben altijd bestaan, maar dat doet niets af aan het ideaal van geëngageerd burgerschap.”
Haring: “Toch vraag ik me af of dat een haalbaar ideaal is. Niet iederéén kan immers zo’n verlichte intellectueel worden. Als je stemt en invloed wil uitoefenen op het publieke debat, heb je uiteraard een plicht om je in de feiten te verdiepen, maar een groot deel van de bevolking heeft daar domweg geen zin in of geen tijd voor. Burgers hebben stemrecht, maar geen stemplicht, en dat lijkt me ook een goede zaak.
“Ik moet denken aan Immanuel Kant, die even logisch als streng argumenteerde waarom het je plicht is om altijd de waarheid te spreken. Je zou kunnen zeggen dat de plicht om de waarheid te spreken en de plicht om de waarheid te erkennen in elkaars verlengde liggen: als een politicus zegt dat Iran een veilig land is om naartoe te reizen, kan dat moreel niet door de beugel, want de meeste mensen weten dat dat niet zo is. Maar heb je dan als burger vervolgens de plicht om feiten over Iran te leren door de krant te lezen? Dat vind ik een brug te ver.”
Beeckman: “Evengoed zien we nu dat lezersaantallen van kranten teruglopen. Veel mensen interesseren zich minder voor het publieke debat en trekken zich in de private sfeer terug, in de hoop dat ze dan in ieder geval over hun eigen leven controle houden.
“Ook de toon van journalisten draagt eraan bij dat mensen nieuws mijden, vermoed ik. Journalistieke scepsis is gezond, maar het kan omslaan in cynisme als journalisten bij politici standaard een dubbele agenda gaan vermoeden. Natuurlijk zijn er politici als Boris Johnson, die het makkelijk maken om te geloven dat politiek enkel draait om spektakel, manipulatie en eigenbelang, maar ook als journalist moet je oog houden voor het schone, goede en ware. Politici verdienen krediet, anders is niemand nog gemotiveerd om zich in te zetten voor de publieke zaak.
“Goede nieuwsgaring wordt verder verstoord door het creëren van winstgevende aandacht, als doel op zich, los van de feiten. Zo is er de afgelopen jaren veel angst aangewakkerd voor een Russische nucleaire aanval op het Westen. Het aanraken van angst en woede bij mensen genereert nu eenmaal clickbait, en mensen gaan dat soort nieuws op den duur uit de weg omdat die angst en woede mentaal niet vol te houden zijn.”
Haring: “Het klopt dat journalisten vaak als TikTok-influencers moeten denken, want ze willen hun stukken geplaatst krijgen en iets teweegbrengen. Ik denk dat mensen zich minder machteloos zouden voelen wanneer ze de mechanismen en structuren áchter de nieuwsfeiten beter leren snappen. Je leest dat ergens een rivier overstroomt, maar je moet ook weet hebben van het belangrijke achterliggende verhaal dat die overstroming is veroorzaakt door klimaatverandering, op zijn beurt veroorzaakt door de uitstoot van fossiele brandstoffen.
“In de betere media is die duiding er ook wel. Bijkomend voordeel van zulke duiding is dat je dan per saldo minder ellende over lezers hoeft uit te storten: een ding wat voortdurend fout loopt komt honderd keer in het nieuws, maar als je het verhaal erachter op een goede manier duidt ben je in één keer klaar.”
Beeckman: “Toch twijfel ik ook wel of het moreel verkeerd is als mensen zich afsluiten van het nieuws, in de context van vandaag de dag. Als je bent ingebed in stevige sociale structuren kan je een halfuurtje slecht nieuws gemakkelijk verdragen. Maar de vereenzaming is toegenomen in de samenleving. Veel mensen leven alleen, en als je dan via je scherm zoveel slecht nieuws binnenkrijgt, kan je daar nergens mee naartoe en blijf je dus steken in machteloosheid en moedeloosheid.”
“Het is eveneens een begrijpelijke reflex als mensen zeggen dat ze zich meer op de eigen kleine kring gaan richten, omdat ze mentaal ongezond worden van de angst en woede die worden opgewekt door clickbait. Als je machteloos bevroren achter je schermpje zit heeft immers ook niemand wat aan je. Dan is het logisch dat mensen denken: ik ga op de koffie bij de buren en daarmee basta. Niet meer willen meedoen, is niet altijd een gebrek aan engagement, het kan ook een vorm van verzet zijn.”
Haring: “Verzet is als je met een spandoek de straat op gaat. Ophouden met nieuws volgen, dat is als verzetsstrategie compleet onzichtbaar. Dan moet ik denken aan een collega die ‘uit protest’ niet naar het pensioneringsfeestje van een collega kwam. Nou, zijn protest bleef toen vrijwel onopgemerkt.”
Beeckman: “Maar als er steeds meer mensen zijn die niet meer op je feestjes komen opdagen, ga je het wel degelijk merken, zoals nu geldt voor de nieuwsmijders. En dan kan er sprake van verzet zijn.”
Haring: “Veel wereldnieuws is zo ver weg dat je ook niet zinvol kúnt handelen, en daar word je dus hartstikke chagrijnig van. Het lijkt me verstandig om aan nieuwsgaring te doen over het deel van de wereld waarop je wél invloed kunt uitoefenen. Als iedereen iets zinvols doet in zijn eigen directe omgeving, wordt de wereld vanzelf een betere plek.”
Beeckman: “Het Rode Kruis adviseert: wanneer je je machteloos voelt door bijvoorbeeld de stortvloed aan vreselijke nieuwsfeiten over Gaza, kom dan in actie door te organiseren, te doneren, te helpen bij inzamelingen. Daarmee doorbreek je niet alleen je gevoel van machteloosheid, het kan ook daadwerkelijk effect hebben in de werkelijkheid. Als individu kan je weliswaar niets concreets betekenen voor de Gazanen, maar via organisaties als het Rode Kruis kan je ze wel degelijk steunen.”
In het Filosofisch Elftal legt Trouw een actuele vraag voor aan twee filosofen uit een poule van elf. Lees hier eerdere afleveringen terug