HER (regie: Spike Jonze).
Een man zweert de liefde af. Dan leert hij onverwacht een nieuwe liefde kennen: zijn computer. En ja, het is wederzijds. Spike Jonze’s Her lijkt deels geïnspireerd op het beroemde gedicht van Ovidius, waarin de beeldhouwer Pygmalion verliefd wordt op zijn eigen schepping:
Maar onderwijl hij door wondere kunst met den beitel bewerkte
’t sneeuwwit ivoor; een gedaante het gaf, zoo schoon als geen vrouw ooit
had haar geboorte gedankt; en ontstak voor zijn schepping in liefde.
Als van een werk’lijke maagd is ’t gelaat: men zou meenen dat ’t leefde,
En het, wanneer niet de schroom het verbood, zich zou willen bewegen.
Zoo in de kunst bleef verborgen de kunst! Dan verbaast zich en koestert
’t minnevuur Pygmalion voor het nabootst lichaam in ’t harte.
De Pygmalion-variatie is niet nieuw, maar in dit verband wel opvallend. Films over menselijke computers zijn meestal variaties op het Frankensteinverhaal, waarin het monster een bewustzijn ontwikkelt en zich tegen zijn schepper keert. In Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey (1968) zien we bijvoorbeeld hoe supercomputer HAL 9000 de macht grijpt op een ruimteveer. HAL bestaat enkel uit een lichtgevend rood oog en een kille, metalige stem, maar in latere films krijgt de computer een menselijker gezicht. In Ridley Scotts Blade Runner (1982) hebben de computers ingeprogrammeerde herinneringen gekregen, en een mensachtig robotlichaam. Nauwelijks van echt te onderscheiden. Steven Spielberg voert in A.I.: Artificial Intelligence (2001, een project dat door Kubrick werd geïnitieerd) zelfs een computer op die eruit ziet als een aandoenlijk klein jongetje. Men zou menen dat ’t leefde.
Operating System
In Her is de computer een OS (Operating System), een applicatie die je agenda bijhoudt, en die je e-mails leest en sorteert. Geen lichaam dus, maar de OS beschikt wel over de stem van Scarlett Johansson: opgewekt, nieuwsgierig, verleidelijk. Hoe vaker je Samantha gebruikt, hoe meer ze zich gaat ontwikkelen.
Volgens schattingen van oplettende bloggers speelt Her zich af in 2025, de zeer nabije toekomst dus. Het Los Angeles van 2025 (deels opgenomen in Shanghai) ziet er proper, glanzend en gepolijst uit, een wereld van zacht zoemende loopbanden en enorme kantoorflats waarin iedereen lijkt te fluisteren. Er zijn nog wel boeken, maar die staan er vooral als gezellige wanddecoratie. Hipsters dragen hun OS in hun borstzakje, op de plaats gehouden door (retro-knipoog naar een tijd waarin mensen nog spullen hadden) een grote veiligheidsspeld. De film is gedraaid in statische shots en glijdende, kalme pans met een fijne feng shui (camera: Hoyte van Hoytema).
Onder die serene oppervlakte schuilen verdriet, angst, woede en onderdrukte verlangens. Theodore Twombley (een briljante Joaquin Phoenix) is bang dat hij al zijn potentiële gevoelens al een keer gevoeld heeft, en dat hij alleen nog maar ‘mindere versies van die eerdere gevoelens’ zal meemaken. Op papier is Theodore bijna gescheiden van zijn echtgenote, in zijn hoofd blijven de mooiste scènes uit zijn huwelijk zich herhalen. Theodore schrijft intieme brieven voor mensen die daar de tijd of het talent niet voor hebben – dat is een beroep in 2025. Buiten zijn werk weet hij zich geen raad meer met gevoelens. Daar zit natuurlijk een discrepantie. Hoe kan iemand met zo’n beroep zichzelf wijsmaken dat al zijn gevoelens telkens weer authentiek en uniek moeten zijn? Geen wonder dat Theodore Twombley zo vermoeid oogt.
Gaandeweg vult Samantha, zijn nieuwe computermaatje, een emotionele leegte bij Theodore. Het onvoorstelbare gebeurt: man en computer worden verliefd op elkaar. Er is zelfs sprake van een vorm van seks. Doordat Jonze het beeld tijdens het moment suprême op zwart draait kunnen we als kijker bijna geloven dat het hier om meer gaat dan alleen een masturbatie van Theodore. Of Samantha’s emoties ‘echt’ zijn is een vraag die in een stukje als dit niet te beantwoorden valt, maar die van Theodore zijn het in ieder geval wel, lijkt Jonze aan te willen geven.
Proxy-lichaam
Gedurende de film keren de rollen langzaam om. Samantha heeft het lichaam van Theodore nodig om de wereld te verkennen en ervan te leren. Hij wordt haar OS. In de griezeligste scène nodigt Samantha een jong, eenzaam meisje uit, om haar als proxy-lichaam te gebruiken en zo ‘echte’ seks met Theodore te ervaren. Maar uiteindelijk heeft Samantha Theodore’s sterfelijke lichaam niet meer nodig om verder te groeien. Computers helpen ons om tijd en ruimte te comprimeren, zodat we onze levens efficiënter in kunnen richten. Maar wat als de computers zich steeds meer aan ons begrip van tijd en ruimte weten te onttrekken? Hebben zij ons dan nog wel nodig? Samantha lost uiteindelijk op in een hoger bewustzijn dat de mens met zijn sterfelijke lichaam nooit kan bereiken.
In Blade Runner parafraseert een van de robots René Descartes, de filosoof van het dualisme: ‘Ik ben geen computer, ik heb een lichaam. Ik denk, dus ik ben.’ Doordat de computer een lichaam heeft, bezit hij dus ook een geest. Het onderscheid van de computer met een ‘echt’ mens is dan ineens lastig te maken. De vraag ligt voor de hand: wie of wat zijn wij zelf dan eigenlijk? Of in het geval van Her: hoe echt zijn onze gevoelens nu eigenlijk, hoe bepalen we of gevoelens authentiek zijn?
In hoeverre ‘bestaat’ Samantha? Als ik haar het voordeel van de twijfel wil geven (en tijdens het kijken accepteer ik haar nu eenmaal als personage, niet als rekwisiet) bestaat ze enkel uit geest. Dat zou nog eens een variant op Ovidius zijn: ‘zoo schoon als geen vrouw’, juist omdat ze geen lichaam heeft! Het zegt weinig vleiends over de man die verliefd wordt op een OS. Is Theodore bang voor het menselijk lichaam, bang voor moedervlekjes, huidplooitjes, en – god verhoede het – littekens? Vlucht hij daarom in een fantasie?
Pygmalions geliefde bestaat enkel uit lichaam, alle andere kwaliteiten die hij haar toedicht komen uit zijn fantasie voort. De beeldhouwer krijgt uiteindelijk zijn zin: godin Aphrodite geeft toe dat er nooit een schoner vrouw dan Pygmalions schepping Galatea geboren zal worden, en ze tovert Galatea om in een vrouw van vlees en bloed. Dat zal voor Pygmalion vast even wennen zijn geweest. Theodore maakt iets soortgelijks mee. Na Samantha’s ‘vertrek’ is hij weer alleen, en moet hij zich weer aan mensen van vlees en bloed verbinden. Dat dwingt hem wel om eindelijk eens werk te maken van zijn leuke beste vriendin Amy Adams. Als de technologie haar zenit heeft bereikt, kan de mens weer met een schone lei beginnen.
Her is een prestatie van formaat. Op één niveau is de film het bitterzoete relaas van een liefdesrelatie, van de manier waarop geliefden elkaar inspireren, en hoe die inspiratie uiteindelijk weer wegebt. Het feit dat één van de geliefden in deze film een computer is wordt echter niet gereduceerd tot een grapje of metafoor: het knappe is juist dat Jonze de romance tussen man en computer aannemelijk maakt. De kijker ontwikkelt gevoelens voor Samantha, net zoals Theodore dat doet. Hierdoor is Her zowel een romantisch drama als een Zeitgeist-film over de pervertering van technologie.
Her. 2013, Verenigde Staten, 126 min., kleur. Regie en scenario – Spike Jonze; Productie – Megan Ellison, Spike Jonze en Vincent Landay; Camera – Hoyte van Hoytema; Montage – Jeff Buchanan en Eric Zumbrunnen; Production design – K.K. Barrett; Kostuums – Casey Storm; Muziek – Owen Pallett; Met: Joaquin Phoenix (Theodore Twombley), Amy Adams (Amy), Rooney Mara (Catherine), Olivia Wilde (Blind date), Scarlett Johansson (stem van Samantha), Kristen Wiig (stem van SexyKitten), Spike Jonze (stem van Alien Child), Brian Cox (stem van Alan Watts).