Vandaag een Filmgesprek met bioscoophistoricus Kathleen Lotze. Zij koos de film Die Mörder sind unter uns (1946, Wolfgang Staudte), de eerste productie van de Oost-Duitse studio DEFA. Dit was onze nazit:
Maurice: Een hele switch. Ik zat net nog op deze televisie naar Hello Kitty te kijken, samen met je dochter. En nu kijk ik met jou naar Die Mörder sind unter uns.
Kathleen: Is dit een van de eerste filmrollen van Hildegard Knef?
Dat weet ik niet. Wat maakt haar eigenlijk zo boeiend?
Ik vind haar ingetogen stijl mooi. En haar ogen. Enerzijds zou ze een goede actrice voor Hitchcock zijn geweest. Die hield ook van blondjes waarbij de seks niet op het voorhoofd stond geschreven…
De koele blondines.
Maar anderzijds lijkt ze te fragiel om een echte Hitchcock-actrice te zijn.
Maar Joan Fontaine in Rebecca, of Teresa Wright in Shadow of a Doubt, dat zouden toch mooie rollen zijn geweest voor Hildegard Knef. Die Mörder sind unter uns is eigenlijk een pamflet.
Het einde is heel polemisch. Achter veel films van de DEFA zat een sterke boodschap. Vanaf de jaren vijftig en zestig werd dat ook door de regering van de DDR geëist. Je moest altijd maar overbrengen dat het socialisme mooi en goed was.
Kreeg jij, toen je opgroeide in de DDR, veel DEFA-films door de strot geduwd via de nationale televisie?
Ja. Een DEFA-film die ik me goed herinner was Die Legende von Paul und Paula, een triest romantisch verhaal over twee mensen die van elkaar houden. En – spoiler alert! – zij gaat aan het einde dood.
Tristan en Isolde in de DDR, of zoiets.
Maar zij draagt dan wel een schort. Als ik aan mijn moeder en mijn oma denk, zie ik ze ook voor me in een schort. Dat droegen de vrouwen thuis en soms ook op hun werk. Bij de DEFA zijn vooral in de jaren zeventig en tachtig heel veel melodrama’s gemaakt met een sterke arbeidersvrouw in de hoofdrol. De DDR was toen één van de meest geëmancipeerde landen ter wereld. Het was normaal dat vrouwen fulltime werkten, de kinderen zaten van ’s ochtends tot ‘s avonds in de opvang. Bij de oude DEFA-films kan ik het verleden weer voelen door de kleine dingen die ik terugzie. Zoals die schorten.
Jeugdherinneringen.
Bij een film als Goodbye Lenin voelt het allemaal nep aan. Je weet natuurlijk dat het achteraf is gefilmd, dat het allemaal rekwisieten zijn. Bij de DEFA-films kan je de DDR bijna ruiken. En altijd hebben ze weer die boodschap: we zijn één volk en één gemeenschap.
Je spreekt met nostalgie over de DEFA-films. Heb je later nooit het gevoel gehad dat je door die films werd belazerd?
Nee, je wist niet beter. Je leefde in dat denkkader, met z’n allen achter de wapperende vlaggen aan. Wat ik me nog wel herinner is dat de meeste DEFA-films saai waren om naar te kijken. Er zat geen actie in. Wij woonden in een regio in de DDR waar je geen West-Duitse televisie kon ontvangen. Die regio noemden ze het ‘Tal der Ahnungslosen’.
Het Dal der Onwetenden.
Als het mooi weer was, meestal in de zomervakantie, kon je soms een uurtje West-Duitse televisie ontvangen. Dan had je heel even een signaal. En dan gingen we snel met z’n allen voor de televisie zitten. De beeldkwaliteit was slecht, het beeld bewoog de hele tijd. Maar je klampte je vast aan elke seconde West-Duitse televisie.
Gingen jullie ook naar de bioscoop?
Wij woonden in Rietschen, een dorpje met een paar duizend inwoners, en daar was een bioscoop. In de gouden jaren van de cinema had zo ongeveer elk gehucht nog een eigen bioscoop. Het filmbezoek werd in de DDR aangemoedigd door de staat, bijvoorbeeld door gratis kaartjes aan schoolklassen te geven. Met de kleuterklas gingen we elke maandag naar de bioscoop. Daar zag je dan animatiefilmpjes en jeugdfilms. Toen ik naar school ging, begin jaren tachtig, werd de bioscoop in Rietschen gesloten. Maar volgens mij ging hij vlak voor de val van de Muur weer open. Toen hadden ze hem zo ingericht, dat je er ook dans- en feestavonden kon houden. Na de val van de Muur waren in één keer alle grote films uit het Westen te zien: Dirty Dancing, E.T.…
Wow. Dat moet een kanonnade zijn geweest.
Het was overweldigend. Het was allemaal zo kleurrijk en het had veel meer actie en verhaal dan de DEFA-films.
Wende het ook weer snel?
Ik denk van wel. Het is alweer zo lang geleden. Dirty Dancing was helemaal hot, die film kwam toen ook als serie op de televisie. En bij een progressief jeugdprogramma werden videoclips vertoond. Opeens was het niet meer saai om televisie te kijken.
En er zat een andere moraal achter.
Kopen kopen kopen. En schmutzig tanzen.
Je zei vooraf dat je moeite had om een film te kiezen voor het Filmgesprek, omdat je als voormalig DDR-burger nou eenmaal moeite hebt met kiezen. In hoeverre was dat serieus?
Ik heb echt moeite met kiezen. Als het aanbod te groot is haak ik af, dan kies ik liever niet.
En heeft dat met een jeugd in de DDR te maken?
Je had daar meestal geen keuze. Als er een nieuw sportpak beschikbaar was, dan kon je het kopen of je kon het niet kopen. Je kon niet kiezen uit vijf verschillende sportpakken. Je werd opgedragen wat je moest doen. Je kon niet zelf kiezen of je wilde tekenen of wilde zingen in de klas. Ik zie het af en toe nog bij mijn ouders. Dat ze minder snel geneigd zijn om voor zichzelf op te komen dan wij nu. Ze vinden het makkelijker als ze een richtlijn hebben. Dat vind ik dan weer mooi aan mijn eigen dochter. Hoe ze zelf alles oplost en niet wacht tot iemand anders ingrijpt.
Ze is assertief. Ze kan nog alle kanten op. Het hotelwezen, brandweervrouw, of toch actrice.
Ik denk dat ze van alles iets moois zou maken.