Eerder gepubliceerd op 3 februari in Trouw:
In het Filosofisch Elftal stelt Trouw een vraag over het nieuws aan twee filosofen uit een poule van elf. Vandaag: van ‘groene uitdagingen’ worden mensen gelukkiger dan van wijzende vingertjes. Maar zijn ze ook zinvoller?
Maurice van Turnhout
Dit jaar ontvangen bijna 21.000 Nederlanders wekelijks een ‘groene challenge’ in hun mailbox, zo berichtte Trouw eerder deze week. Leden van de Facebookgroep ‘52 Weken Duurzaam’ dagen elkaar uit om milieuvriendelijker te leven, door bijvoorbeeld koud te douchen of hun auto te laten te staan.
Met wijzende vingertjes hebben de ‘milieupositivisten’ achter deze initiatieven weinig op, vertelden ze. Hun motto bij elke uitdaging: ‘Word je er gelukkig van, dan hou je het vol. Zo niet, dan skip je het.’ Duurzaam leven verbinden aan geluksgevoel en prestaties, is dat een goed idee?
Filosoof Karim Benammar denkt van wel: “Het is een simpel psychologisch gegeven dat mensen door zulke uitdagingen geprikkeld worden, kijk maar naar de populariteit van de stappenteller en het internetspelletje Wordle. In deze tijd van ecologisch doemdenken ligt apathie op de loer. Mensen worden overweldigd door het klimaatprobleem en denken dat ze daar in hun eentje geen enkele invloed op hebben. Groene uitdagingen versterken het idee dat je handelen wel degelijk effect heeft. Jij bent onderdeel van het systeem, dus als je verandert, moet het systeem mee veranderen.”
“Wel vrees ik een tevredenheidseffect”, waarschuwt Ingrid Robeyns, hoogleraar ethiek aan de Universiteit Utrecht. “Deelnemers kunnen na het volbrengen van hun wekelijkse uitdaging tevreden zijn over hun bijdrage als milieuvriendelijke consument, en vervolgens concluderen dat het klimaatprobleem opgelost zou zijn als iedereen maar hun voorbeeld zou volgen. En dat klopt niet, want het is slechts een minuscuul stukje van de oplossing.”
Benammar: “Klopt, veel groene uitdagingen hebben enkel symboolwaarde. Symbolen kunnen een krachtig psychologisch effect hebben, maar het blijven symbolen, dat moeten deelnemers zich realiseren. In plaats daarvan kun je ook uitgaan van het effectief altruïsme van Oxford-filosoof William MacAskill. Het idee daarvan is: als je de hoeveelheid geluk in het leven wil maximaliseren en de hoeveelheid pijn wilt minimaliseren, moet je berekenen hoe je dat het effectiefst doet. Koude douches hebben per saldo weinig effect op het klimaatprobleem. Je kan beter zorgen voor duurzame stroomvoorziening, dan kan je zo warm of koud douchen als je wilt. Vervolgens is de vraag dan: Hoe krijg je dat het beste voor elkaar? Koop je zelf een zonnepaneel, of zet je je pensioenfonds onder druk om in zonne-energie te investeren?”
Robeyns: “Als Nederlandse burger heb je bovendien democratische rechten in een land dat per hoofd van de bevolking ver boven de planetaire vervuilingsnormen zit. Ik zou als groene uitdaging graag zien dat mensen een brief naar hun gemeente moeten schrijven over het belang van bijvoorbeeld windmolens. Anders blijft het politieke domein te veel buiten beschouwing.”
Benammar: “Wat mij betreft zitten de groene uitdagingen ook te veel gevangen in het dominante denkkader, dat schaarste als uitgangspunt heeft. Wij denken dat alles altijd maar minder moet: minder vlees eten, minder vliegen, minder warm water gebruiken. Maar volgens mij is schaarste niet ons fundamentele probleem. We moeten niet mínder energie opwekken, maar ánders. We kunnen andere keuzes maken, uit hernieuwbare energiebronnen putten. Dus als je aan groene uitdagingen meedoet, vergeet dan niet om ook dat schaarstekader ter discussie te stellen.”
Robeyns vindt dat je schaarste wel nog gewoon moet meewegen. “Over tien jaar is er misschien geen schaarste aan duurzame energie meer, maar op dit moment speelt die schaarste wel degelijk. Dus heb je domweg minder uitstoot als je de verwarming lager zet en geen vlees meer eet. We kunnen niet blind erop vertrouwen dat nieuwe technieken het klimaatprobleem zullen oplossen. Ik hoop vooral dat mensen binnen de Facebook-groep van 52 Weken Duurzaam verder discussiëren over het goede leven. Is het bijvoorbeeld echt leuker om op vakantie te gaan naar plekken waar je alleen met het vliegtuig kan komen? Door zulke vragen te stellen gaan mensen verbanden zien tussen hun individuele consumptiepatronen en de structurele veranderingen die nodig zijn.”
Benammar ziet ook een gevaar in het wedijveren met uitdagingen. “Dat kan ontsporen in een wedstrijdje zelfopoffering. Het idee dat elke verandering een offer is sluit naadloos aan op de calvinistische Nederlandse volksaard, waarbij je jezelf pijnigt om een goed mens te zijn: ik offer mezelf op door ijskoud te douchen, maar op die manier voel ik me wel superieur aan de buurman. Maar ik denk dat deze milieupositivisten juist iets anders proberen. Zij zijn op zoek naar gedrag dat ze persoonlijk fijn vinden én dat bijdraagt aan een betere wereld. Deelnemers doen hun uitdaging bovendien niet alleen, ze zijn onderdeel van een onlinegemeenschap.”
Robeyns: “Dat maakt inderdaad uit voor de effectiviteit, zolang die gemeenschap ondersteunend blijft. Het is wel nodig om te accepteren dat het voor de een moeilijker is dan voor de ander om een bijdrage aan het duurzaamheidsvraagstuk te leveren. Iemand die al tien jaar veganist is kan gemakkelijk roepen dat alle anderen ook zo moeten gaan leven, maar veel mensen zijn nu eenmaal opgegroeid met het idee dat bij elke maaltijd een lap vlees hoort.”
Benammar: “Uiteindelijk is elke bijdrage nodig en welkom, ook bijdragen die vooral symboolwaarde hebben. Daarnaast kan je maatschappijkritisch blijven. Volgens journalist Jaap Tielbeke begint een beter milieu niet bij onszelf, want bedrijven produceren in de regel veel meer dan individuen. Als individuele consument kan je uit schuldbesef braaf je flesjes recyclen, maar blijf daarnaast vooral die bedrijven onder druk zetten om ons geen suikerwater in plastic flesjes meer te verkopen. Pak het probleem bij de bron aan.”
Robeyns: “Daar ben ik het roerend mee eens. Op zijn best is 52 Weken Duurzaam een hefboom voor effectievere acties, zoals het aandeelhoudersactivisme van FollowThis, de burgerlijke ongehoorzaamheid van Extinction Rebellion, of het beleid van groene politieke partijen. Maar als groene uitdagingen leiden tot verdringing van structurele politieke actie, dan lacht de directeur van Shell in zijn vuistje.”