GRAVITY (regie: Alfonso Cuarón).
We zien het hoofd van een dode astronaut, die is getroffen door een stuk rondzwevend ruimtepuin. In tegenstelling tot onze aardse verwachtingen is het hoofd van de arme ruimtewandelaar geen bloederig rommeltje geworden. Het stuk puin heeft een schoon, bijna volmaakt rechthoekig gat in het hoofd van de astronaut geslagen, een venstertje waardoor hoofdpersoon dr. Ryan Stone (Sandra Bullock) naar de aarde kan kijken. Het shot van het zo keurig verminkte astronautenhoofd maakt duidelijk dat er in de ruimte andere wetten gelden dan op aarde. Het beeld is schokkend, ontzagwekkend en zeer effectief.
Echt veel valt er niet te spoilen aan het verhaal van Alfonso Cuaróns space opera Gravity. Het is genoeg om te weten dat dr. Stone en haar opgewekte collega Matt Kowalski (George Clooney) astronauten zijn die opdracht hebben om de Hubble-telescoop te repareren. En ja, deze missie loopt behoorlijk in de soep. Het verhaal heeft een diepe eenvoud, vergelijkbaar met pakweg Jaws. Centraal staat een personage dat dapper voor haar leven vecht. Zo’n verhaal kan met gemak in anderhalf uur verteld worden, en – o, klein Hollywood-mirakel – dat is precies wat Cuarón doet. Af en toe wordt het behoorlijk spannend: het leven van dr. Stone hangt vaak letterlijk en figuurlijk aan een draadje, of beter gezegd aan een dikke kabel die als een navelstreng verbonden is met het moederschip.
Zo eenvoudig als het verhaal van Gravity is, zo technisch grensverleggend is de manier waarop het verteld wordt. Door de verbluffende CGI-effecten in IMAX 3D is de nabootsing van de ruimte griezelig echt. In Children of Men experimenteerden Cuarón en zijn cameraman Emmanuel Lubezki al met minutenlange long takes, en die experimenten worden hier gemunt. Door gebruik te maken van de single shot-techniek schakelt Cuarón als een editor tussen verschillende gezichtspunten, maar hij houdt wel ons gevoel van zweven door de ruimte intact.
Druppeltjes op de lens
Het verschil met de long takes in Children of Men is dat Cuarón de fysieke camera voor een groot deel uit het proces heeft gehaald. Bijna alle decors en ruimtelocaties zijn opgebouwd uit pixels, waarbij de gezichten en lichamen van de acteurs naderhand in de film zijn gemonteerd. Van onder andere James Cameron heeft Cuarón geleerd dat hij de onvolmaaktheden van de cameralens moet nabootsen om het aan fotorealisme gewende oog van de kijker te foppen. We krijgen beelden voorgeschoteld van een bijna ijzige digitale perfectie, maar tegelijkertijd worden we gerustgesteld met reflecties en kleine druppeltjes op de virtuele lens.
Het geluid is een ander verhaal. In de ruimte kunnen we geen geluid horen, en daarom is Cuarón gedwongen om zo nu en dan te smokkelen. Dat smokkelen gebeurt op een consequente manier. De geluiden van de werkende astronauten in de eerste scène zijn geluiden die je eerder voelt dan hoort, als trillingen die door de dikke ruimtepakken heendringen. Cuarón gebruikt de 3D-effecten op een subtiele manier, om meer diepte in de beelden van het uitspansel aan te brengen, nooit om de kijker te intimideren of aan het schrikken te maken.
Ondanks enkele luchtige passages (die vooral aan Clooney worden toevertrouwd) draagt Gravity zijn effecten met een ernst die eigen lijkt te zijn aan dit soort grensverleggende filmprojecten. Bij het fantasieverhaal Avatar zit die ernst je in de weg, maar hier niet. Gravity is science fact, geen sciencefiction. De associatie met Kubricks 2001: A Space Odyssey en Ridley Scotts Alien ligt voortdurend op de loer, maar ik heb eigenlijk nog nooit een ruimtefilm gezien die zo aanvoelde als Gravity. Natuurlijk kent Cuarón zijn klassiekers: een shot waarin Bullock zwevend in een luchtsluis haar zware ruimtepak uittrekt is op dezelfde manier gekaderd als een van de openingsshots uit Roger Vadims Barbarella (1968). Barbarella was een camp-heldin die van het verwijderen van haar zuurstofhelm en ruimtepak een sierlijke striptease maakte, terwijl het personage van Bullock als een vis op het droge naar zuurstof hapt. In het steeds preutser wordende Hollywood is dit evengoed, op een bijna terloopse manier, een van de meest sexy filmmomenten van het jaar.
Spirituele zwaartekracht
‘Jij komt jezelf nog wel eens tegen’ – dat is waarschijnlijk een van de naarste zinnen die iemand tegen je kan uitspreken. Toch is dat precies wat Bullocks personage Ryan Stone overkomt, moederziel alleen daar boven de dampkring. Om een persoonlijke tragedie te verdringen heeft ze voor de ruimte gekozen zoals meer gangbare filmpersonages voor de fles kiezen, maar er zit voor haar natuurlijk maar één ding op: ze moet in letterlijke en symbolische zin terug naar de aarde. De levensles die Ryan leert wordt zeer schematisch uitgewerkt, maar Cuarón heeft ons lot al zo sterk met het hare verknoopt en ons zo nederig gemaakt met al die imponerende ruimtebeelden, dat het moeilijk is om Ryan ook die symbolische terugkeer niet te gunnen.
Ryan praat zichzelf doorlopend moed in, en zegt op een gegeven moment hardop dat niemand haar ooit heeft geleerd om te bidden. In het verlengde daarvan is er iets merkwaardigs aan de hand met de symbolen die ze op de verschillende ruimtestations tegenkomt: in het wrak van de Amerikaanse space shuttle vindt ze een rondzwevend plastic afgietsel van Marvin the Martian (een Looney Tunes-figuur) en een beugeltje. Popcultuur en cosmetische chirurgie vullen de veronderstelde spirituele leegte van de Yanks op. In de Russische ruimtecapsule hangt daarentegen een icoon van Christus, en in de Chinese capsule prijkt een boeddha boven de besturingsconsole. Ryan Stone moet letterlijk en figuurlijk door twee andere religieus georiënteerde culturen heen om terug te kunnen keren naar de aarde.
En daarmee zijn we weer terug bij het gat in dat astronautenhoofd. Cuaróns hemel is een plek zonder wreedheid, maar ook zonder goedheid. Een plek waar de banaliteit van het toeval regeert, veel te gevaarlijk voor mensen om zomaar in rond te zweven. God is er niet te vinden, die kunnen we beter op aarde gaan zoeken. Een van de meest betoverende ruimtesaga’s uit de filmgeschiedenis handelt eigenlijk over de spirituele zwaartekracht van de aarde. Cuarón stelt de religieuze impuls gelijk aan levenswil, aan het niet tot zwijgen te brengen stemmetje dat ons aanspoort om de laatste strohalm te grijpen. Daar kun je genoeg vraagtekens bij zetten. Het zou natuurlijk veel gedurfder zijn om de heldin te laten berusten in de dood, die telkens zo dichtbij is. Zegt Clooney haar niet op een gegeven moment dat ze moet leren loslaten? Cuarón schetst in zijn film een humanisme waarin God nog steeds mee mag doen – niet als God dat wil, maar als wij mensen daartoe besluiten, op de momenten dat we hem nodig hebben. Dit agnosticisme verklaart volgens mij ten dele waarom Gravity zoveel mensen aantrekt.
Gravity. 2013, Verenigde Staten / Verenigd Koninkrijk, 91 min., kleur. Regie – Alfonso Cuarón; Productie – Alfonso Cuarón en David Heyman; Scenario – Alfonso Cuarón en Jonás Cuarón; Camera – Emmanuel Lubezki; Montage – Alfonso Cuarón en Mark Sanger; Production design – Andy Nicholson; Kostuums – Jany Temime; Muziek – Steven Price; Met: Sandra Bullock (Ryan Stone), George Clooney (Matt Kowalski), Ed Harris (stem van Mission Control).