Doorgaan naar inhoud
Menu
Maurice van Turnhout
  • Over Maurice
  • Contact
Maurice van Turnhout

De PVV is de grootste, wat betekent dat voor de rechtsorde?

Geplaatst op 29 maart 2024

Eerder gepubliceerd op 8 december 2023 in Trouw:

Is de rechtsorde kwetsbaarder geworden na de verkiezingswinst van de PVV? En waar bleef het nadrukkelijke alternatief van links? Twee filosofen zoeken naar antwoorden.

De PVV is de grootste partij in de Tweede Kamer. In het verkiezingsprogramma van de partij staan onder andere voorstellen om moskeeën te sluiten en islamitische scholen te verbieden, voorstellen die strijdig zijn met het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel en het recht op vrijheid van godsdienst en onderwijs.

Tijdens de campagne voor de Kamerverkiezingen en aan de vooravond van de kabinetsformatie beloofde PVV-leider Geert Wilders deze ongrondwettelijke standpunten ‘in de ijskast’ te zetten. Maar voor hoelang is dat? Is de Grondwet nu kwetsbaar geworden, of zijn er andere gevaren na de verkiezingswinst van Wilders’ partij?

“De PVV neemt zeker standpunten in die strijdig zijn met grondwettelijke beginselen,” zegt Gerben Bakker, filosoof en analist bij het The Hague Centre for Strategic Studies. “Maar let wel, de grenzen van de Grondwet worden soms ook opgezocht in het wetgevingsproces van bestaande kabinetten – zie bijvoorbeeld de sleepwet, die tevens raakte aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het is in die zin niet uitzonderlijk dat de Grondwet onder druk komt te staan en soms moet worden aangepast.”

“We moeten hier dan ook een onderscheid maken tussen de begrippen ‘ongrondwettelijk’ en ‘tegenrechtsstatelijk’. Veel fundamenteler namelijk dan de ongrondwettelijke opvattingen van de PVV zijn de voorstellen van de partij die bemoeizucht impliceren met het functioneren van de rechtsstaat, zoals: ‘De PVV wil het Openbaar Ministerie verplichten om gewelds- en zedenmisdrijven te vervolgen.’ Daarmee wrik je aan de scheiding der machten.

“In het verkiezingsprogramma suggereert de PVV voortdurend dat de institutionele rechtsorde zich moet buigen naar haar standpunten. De PVV normaliseert al jaren het idee dat we voor beleid inzake islam en immigratie niet per se aan de grondwettelijke en verdragsrechtelijke realiteit gebonden zijn. Het gevaar gaat dus over meer dan alleen de Grondwet. Het gaat over de complete democratische rechtsorde, die in gevaar komt door de demagogie en ophitsing van de PVV, en door de manier waarop de partij polarisatie aanwakkert.”

Een bekend voorbeeld van ophitsing was toen Wilders In 2016 werd veroordeeld voor groepsbelediging en aanzetten tot discriminatie, herinnert politiek filosoof Ivana Ivkovic zich. “Wilders riep vervolgens dat de rechtbank bestond uit ‘D66-rechters’. Toen een rechter hem terugfloot, noemde hij dat ondemocratisch en trok hij diens onafhankelijkheid in twijfel.”

In een liberale, representatieve democratie als de Nederlandse geldt dat de volkswil niet kenbaar is, zegt Ivkovic. “Er bestaan alleen afspiegelingen van. Populisten zeggen echter: die volkswil is wél kenbaar, die manifesteert zich op het moment dat wij de verkiezingen winnen; ‘het volk’ wil een migratiestop, dus dan moet dat gebeuren. Alle zaken die vervolgens in de weg staan, zoals Grondwet, Europese regels en mensenrechtenverdragen, worden gezien als obstakel van de vermeende volkswil.

“Ook zonder grondwetswijzigingen bestaan er allerlei manieren om de Grondwet, en de rechten die de Grondwet garandeert, te ondermijnen. Een daarvan is de uitzonderingstoestand: zodra je als regering een aanleiding hebt om een noodtoestand uit te roepen, kan de uitvoerende macht meer bevoegdheden naar zich toe trekken. Dat gebeurde bijvoorbeeld na 9/11 in de Verenigde Staten. In de praktijk werd die uitzonderingstoestand telkens weer verlengd, met als gevolg discriminerende controles op reizen en migratie – om nog maar te zwijgen van illegale detenties en martelingen.

“In Hongarije en Polen dachten burgers dat hun democratische rechtsstaat tegen een stootje kon, maar in de praktijk was die snel uitgehold door de uitzonderingstoestanden van Orbán en de PiS-partij. Rechters in Hongarije zijn niet meer vrij om een onafhankelijk oordeel te vellen, want dan worden ze geïntimideerd. Waarom zou zoiets daar wel kunnen, en hier niet? Traditioneel is het vertrouwen in instituties groot in Nederland, maar daardoor kunnen we bedreigingen van de democratische rechtsorde ook onderschatten.”

Bakker: “Daarmee begin je een riskante speculatieve discussie over de vraag of een coalitie met de PVV dit soort strategieën wel of niet zal toepassen. Wat we nu in ieder geval kunnen doen, is om de onwaarheden in het PVV-programma en de verkiezingsbeloften van de partij te blijven benoemen. Zo valt er te lezen: ‘Waar criminaliteit vroeger een incident was, zijn nu miljoenen Nederlanders per jaar slachtoffer van een misdrijf.’ Pertinent onwaar, het aantal criminele misdrijven is juist enorm teruggelopen.

“Veel zwevende kiezers slikten Wilders’ demagogie, leugens en valse beloftes voor zoete koek, louter omdat hij een paar weken vóór de verkiezingen zijn toon matigde. Een beetje meer rechtsstatelijke kennis van burgers zou dan geen kwaad kunnen, om te kunnen ontzenuwen dat sommige van Wilders’ claims niet alleen onwaar zijn, maar ook onrechtsstatelijk.

“Volgens onderzoek van de International Civic and Citizenship Education Study ligt de kennis van burgerschap en democratie bij Nederlandse 14-jarigen ver onder het gemiddelde van 24 gepeilde landen, en het kan dan ook geen toeval zijn dat PVV en FvD bij de scholierenverkiezingen de grootste werden.

“Plato indachtig kan je zeggen dat er altijd een deel van het electoraat overblijft dat ongeïnformeerd stemt, of zich een rad voor ogen laat draaien door demagogen. Populisme vaart er wel bij als kiezers niet echt in politiek participeren, maar politiek vooral benaderen als consument; politiek is dan iets waar je je van afkeert op het moment dat het jou niet op je wenken bedient.

“Uiteindelijk ontwikkelen mensen pas écht burgerschapssentiment als je ze bij beslissingen betrekt. Dan worden ze zich bewust van de complexiteit van bestuurlijke kwesties. Alleen de gang naar de stembus is te beperkt, daarmee bedrijf je als burger nog geen politiek. Op gemeentelijk niveau komt er wel wat meer inspraak via de Participatiewet en de Omgevingswet, maar dat is helaas nog te weinig.”

Ivkovic: “Het populisme floreert vooral als gevestigde politieke partijen geen helder standpunt meer innemen. Wilders kon weglopen met het thema bestaanszekerheid, terwijl hij in de Tweede Kamer met de VVD meestemt op economische issues en er in zijn verkiezingsprogramma niets te vinden is over herverdeling of belastingverhoging.

“Tegelijkertijd durven linkse partijen zelf ook niet meer met die thema’s uit te pakken. In plaats van een nadrukkelijk alternatief te bieden voor de xenofobe PVV-agenda zijn progressieve partijen gaan schipperen en zitten ze in een defensieve rol. Zelfs de PvdA is bijgedraaid in haar pro-Europese standpunten, om lippendienst te bewijzen aan het onbehagen van de burger. Linkse politici zijn als de dood dat het rechts-populistische sentiment zich tegen hen keert – en ironisch genoeg is dat dan precies wat er gebeurt.

“Volgens filosoof Chantal Mouffe is democratische politiek een strijdperk, waarbinnen verschillende opvattingen over het goede leven botsen. In Nederland vinden we dat een beetje griezelig, we zien liever het compromis als primair doel van de politiek. Daarmee krijg je echter depolitisering, en ontstaat er een gat waar het populisme in kan springen. Dát is het structurele probleem, niet het kwart PVV-stemmende Nederlanders.”

Bloedeloos consensusdenken

Na de Tweede Wereldoorlog beloofde de Westerse liberale democratie een einde te maken aan een politiek van strijd en tegenstellingen, waarbij na de Koude Oorlog zelfs het onderscheid tussen links en rechts werd afgevlakt.

Volgens de Belgische politiek filosoof Chantal Mouffe (1943) is dat uitgemond in een bloedeloos consensusdenken, waarin veel burgers zichzelf niet langer herkennen. In zulke maatschappijen kunnen de krachten van radicaal- en extreemrechts ruim baan krijgen, omdat ze als het ware een politieke leemte opvullen.

Volgens Mouffe zou politiek om gezonde wedijver moeten draaien, en is er dus ook een mate van vijanddenken nodig om politiek te bedrijven – zolang je de ander maar blijft zien als politieke tegenstrever, niet als doodsvijand.

In het Filosofisch Elftal legt Trouw een actuele vraag voor aan twee filosofen uit een poule van elf. Lees hier eerdere afleveringen terug

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  • Journalist
    • Filosofisch Elftal
    • Interviews
    • Reportages
    • Filosofie
    • Durf te twijfelen
  • Schrijver
    • Lichtstadfamilie
    • Hardop Denken
    • Paleis van Mieris
  • Over film
    • Artikelen
    • Filmessays
    • Filmgesprek
©2025 Maurice van Turnhout