ANTICHRIST (2009, regie: Lars von Trier).
Houd je tijdens het vrijen je ogen open of dicht? En wat betekent dat? Wil je met gesloten ogen bewust de wereld buitensluiten, zodat je extra geconcentreerd bent op het genot? Of leiden je oogleden juist een eigen leven tijdens de daad?
Antichrist draait om de vraag of het naamloze vrouwelijke hoofdpersonage (Charlotte Gainsbourg) haar ogen open of dicht had tijdens het vrijen. Als ze haar ogen gesloten had, kon ze onmogelijk zien hoe haar zoontje, een peuter, zijn dood tegemoet klauterde via een openstaand raam. Maar als ze haar ogen open had, kon ze dat dus wel zien. We zien de bewuste scène in twee versies voorbijkomen, met open en gesloten ogen, allebei in tergend slow-motion. In tegenstelling tot haar naamloze man (Willem Dafoe) lag de vrouw in een positie van waaruit ze haar kind goed kon waarnemen. Had de seksuele extase haar zo bij de lurven dat ze niet in kon grijpen, of niet in wilde grijpen?
Het is een vraag waar de koude rillingen van over je rug lopen, een schuldvraag die bewust aanhaakt bij 3000 jaar denken over seksualiteit tussen mannen en vrouwen. Mogelijk verklaart deze vraag waarom de vrouw in een latere scène zowel haar eigen genitaliën als die van haar man een afstraffing geeft. Ik zeg mogelijk, want Antichrist is een film van Lars von Trier: realiteit, dromen en fantasie worden op zo’n manier gemengd, dat de film in je hoofd nooit een volmaakt gaaf geheel vormt. Je kan er net zo lang en intensief mee aan de slag als een exegeet met de bijbel.
Over de bijbel gesproken: seks als opwekker van schuldgevoelens, waar kennen we dat van? Na de dood van hun zoontje gaan Zij (Gainsbourg) en Hij (Dafoe) samen terug naar de natuur, en alsof het nog niet expliciet genoeg is noemt Von Trier hun vakantiehut ‘Eden’. Von Trier heeft Genesis 1-3, het verhaal van Adam en Eva, herkend als een horrorverhaal: een idylle verandert in een nachtmerrie.
Zij en Hij maken een klassieke fout uit het horrorgenre. Juist op het moment dat ze alles kwijt zijn en Zij psychisch uit elkaar valt, betrekken ze samen een afgelegen boshutje. Bij de kijker gaan alle alarmbellen af: niet doen. Dat gaat mis. De gedachten gaan onwillekeurig uit naar Stephen Kings Jack Torrance, die zich in The Shining terugtrok in het Overlook Hotel, terwijl hij eigenlijk al in zijn knusse eengezinswoning stond te popelen om een bijl in zijn familie te planten.
Zij is weggezakt in een diepe depressie door verlies en schuldgevoel. Hij is van beroep psychotherapeut, en vast van plan om zijn echtgenote te genezen. Hij eist dat ze haar angsten confronteert, terwijl hij zelf een sfinx blijft. Hoe gaat hij met zijn eigen gevoelens van rouw om? Past hij zijn therapeutische oefeningen ook op zichzelf toe, of vindt hij die voor zichzelf onnodig? Af en toe zou je hem wel door elkaar willen rammelen. Maar dat klusje knapt Zij al voor de kijker op, ingrijpender dan je zou wensen.
Seks als erfzonde
Von Triers Eden is een macabere variatie op het Eden van Genesis 1-3. In haar boek Adam, Eve and the Serpent beschrijft theoloog Elaine Pagels hoe de mythe van Adam en Eva door de eeuwen heen is verbasterd tot een dogmatische tekst. Eva verleidde Adam om een vrucht uit de boom van kennis te eten, en om daarmee ongehoorzaam te zijn aan God. Vroege christenen zagen die ongehoorzaamheid als de voornaamste zonde van Adam en Eva. Het waren latere asceten als Augustinus die in hun interpretatie van de tekst de nadruk legden op de zondigheid van Eva’s verleiding, en op Adams bereidheid om zich te laten verleiden. Seksualiteit werd tot erfzonde. Als Adam en Eva gewoon op God hadden vertrouwd, had de schepper hen ook zonder seks een nageslacht kunnen garanderen, beweerde Augustinus.
Volgens Augustinus was de mens van nature niet goed: onze ziel mag dan tot het goede geneigd zijn, uiteindelijk is niemand in staat om zijn of haar vleselijke lusten (concupiscentia carnis) in het gareel te houden. De voornaamste straf voor de erfzonde is dat elke mens moet sterven. De dood was dus in de ogen van Augustinus geen natuurlijke staat, maar een straf van God voor onze erfzonde. En het bleef niet bij die ene straf. Adam was ooit heer en meester over een aaibaar gezelschap paradijsdieren, maar door dezelfde erfzonde werd de natuur ineens gevuld met doornen en gevaren. Alles wat we om ons heen zien is dus volgens Augustinus een reflectie van onze onuitroeibare slechtheid.
Ook in Von Triers Eden lijkt de natuur aanvankelijk idyllisch, maar dat is allerminst het geval. Na verloop van tijd kunnen Zij en Hij in de natuur enkel nog vijandigheid, wreedheid en verrotting zien. Het zoontje van het echtpaar stierf door zijn nieuwsgierigheid naar de natuur: hij wilde sneeuwvlokken aanraken, maar werd verschalkt door de zwaartekracht. Eikels die uit bomen vallen worden voorgesteld als kleine sterfgevallen. Een vogel wordt getoond terwijl ze haar eigen jong opeet. Hoe gekker Zij wordt, des te scherper ze de nutteloze beproeving ziet van een leven dat onherroepelijk naar de dood voert. ‘De natuur is de kerk van de duivel,’ zegt Zij.
En hoe harder Zij roept dat ze een slecht mens is, des te meer Hij haar probeert te sussen. Als therapeut weigert Hij om in categorieën van goed en kwaad te denken. Die categorieën heeft hij uitgebannen, ze hebben niets te maken met het praktische karakter van een genezing. Maar Von Trier dwingt ons om vraagtekens te zetten bij de niet-oordelende, op resultaat gerichte afstandelijkheid van de man. Hij lijkt een beetje op de Freud-figuur uit het toneelstuk Portret van Dora van Hélène Cixous, een man van de rede die de problematisch geachte vrouw wil repareren. Alsof ze een machine is waar zand in is gestrooid. Is Hij nog wel menselijk te noemen?
Net als bij Eva is de voornaamste schuldvraag van het verhaal gekoppeld aan de seksualiteit van het vrouwelijke personage. Zoals Eva de dood van haar nakomelingen, de mensen, over zich afriep door haar seksualiteit, zo waant Zij zich schuldig aan de dood van haar zoontje, een sterfgeval dat samenviel met haar seksuele extase. ‘Vrouwen hebben geen controle over hun lichaam,’ verdedigt Zij zich tegenover haar man, ‘dat is het werk van de natuur.’
Vrouwenhaat
Is Antichrist dan het werk van een man die vrouwen onvoorstelbaar haat? Von Trier legt Zij teksten in de mond als: ‘Een huilende vrouw is een achterbakse vrouw’. Maar is hij daarmee een tweede Augustinus? Als Von Trier zijn personage zulke teksten laat uitspreken, maakt hij juist duidelijk dat Zij is geconditioneerd om door de ogen van Augustinus naar zichzelf te kijken. Mijns inziens weeft Von Trier op een hele slimme manier de geschiedenis van het westerse denken over vrouwen en vrouwelijke seksualiteit door zijn film heen: van het oerverhaal van Adam en Eva tot de nachtmerriewereld van Augustinus, van de heksenvervolgingen in de 16e eeuw (een vergeten of geromantiseerde genocide) tot de age of therapy.
Hiermee bouwt Von Trier interessante tegenstellingen op, die zijn film ver uittillen boven het niveau van een vrouwenhatende horrorfilm: wetenschap versus spiritualiteit, de kritische rede versus het irrationele, psychotherapie versus hekserij. Zij ontpopt zich weliswaar als het ‘monster’ van de horrorvertelling, maar volgens mij wil Von Trier ook laten zien dat hij de onderdrukte, ongerepte kant van vrouwen in extremis begrijpt. Meer dan een film van een man die vrouwen haat is Antichrist een film van een man die op onorthodoxe wijze bij vrouwen in het gevlei wil komen. Dat sluit vrouwenhaat weliswaar niet uit, maar maakt het wel een stuk minder eenduidig.
Antichrist heeft zelfs een graantje meegepikt van de woman’s picture, het melodrama van het klassieke Hollywood. Hierin voert de filmmaker zijn kijkers met een ‘cruel tenderness towards suffering’ (David Thomson) mee in het lijden van een vrouwelijk hoofdpersonage. Als Von Trier fraaie, maar tamelijk in zichzelf gekeerde art-films als The Element of Crime en Europa was blijven draaien, had er nu geen haan meer naar hem gekraaid. Het was de introductie van melodrama in Breaking the Waves die hem vleugels gaf, die zijn films open liet klappen en ze hun dwingende, hypnotische kracht gaf. De toevoeging van dat melodramatische ingrediënt plaveide de weg voor meesterlijke films als Dancer in the Dark, Dogville en Melancholia. Von Trier verkeerde in goed gezelschap door zijn omarming van het ‘vrouwengenre’ bij uitstek: toen Alfred Hitchcock in 1939 naar Hollywood kwam leerde producer David O. Selznick hem daar de wetten van het melodrama, en met die les op zak kon Hitchcock door films als Rebecca (1940) boven zijn typisch Britse distantie uitstijgen.
Desondanks bleef Hitchcock een man van de rede. Het melodrama Spellbound (1945) wordt bijvoorbeeld strikt vanuit het discours van de psychoanalyse verteld: personage heeft probleem, personage praat over dromen, psychiater lost probleem op. De psychiater wordt neergezet als lid van een soort priesterkaste, een figuur die de absolute waarheid vertegenwoordigt, en die uiteindelijk ook verlossing schenkt aan zijn patiënt. Romanticus Von Trier keert dit discours om. Hij dwingt de kijker om de kant van het irrationele personage te kiezen door het rationele alternatief (de man) zo onaantrekkelijk mogelijk te maken.
Eén belangrijk plotpunt uit Antichrist komt rechtstreeks uit het repertoire van het melodrama: de verdonkeremaande brief. Als kijker weet je dat die brief belangrijk is, ook al weet je niet precies wat er in staat. Maar zodra die brief na lezing wordt verborgen, weet je dat hij op een cruciaal moment weer op zal duiken. In dit geval bewijst de brief dat Hij al veel eerder op de hoogte was van de psychische instabiliteit van zijn vrouw dan de kijker had vermoed. Ook Hij keek de andere kant op, of hij zijn ogen tijdens het vrijen nu open of dicht had.
In het slotbeeld weet Hij zich omringd door een menigte gezichtsloze vrouwen (de geesten van heksen die ooit vervolgd zijn?), als in een Walpurgisnacht die geen zonlicht verdragen kan. Zullen man en vrouw ooit nog ontsnappen uit de nachtmerrie van Eden, en uit de knellende discoursen die hen van elkaar gescheiden houden?
Antichrist. 2009, Denemarken / Duitsland / Frankrijk / Zweden / Italië / Polen, 108 min., kleur. Regie en scenario – Lars von Trier; Productie – Meta Louise Foldager; Camera – Anthony Dod Mantle; Montage – Anders Refn; Production design – Karl Júlíusson; Kostuums – Frauke Firl; Muziek – Kristian Eidnes Andersen; Met: Willem Dafoe (He), Charlotte Gainsbourg (She), Storm Acheche Sahlstrøm (Nic).