BOYHOOD (regie: Richard Linklater).
Een verademing, zo werd Richard Linklaters Boyhood mij door meerdere filmliefhebbers omschreven. Waarom dan? Omdat er ‘niets in gebeurt’, kreeg ik te horen. Na de film gezien te hebben kan ik alleen maar concluderen dat er wel degelijk ‘iets’ gebeurt in Boyhood. Toch kon ik het wel plaatsen, die ervaring van een prettig soort non-happening.
Kijk maar naar hoe deze bijna drie uur durende kroniek van een jeugd wordt verteld: Linklater bouwt niet aan overkoepelende spanningsbogen of complexe intriges. Er is geen voice-over die samenhang aanbrengt, of aanwijst waar je naar moet kijken. Er woedt geen oorlog op de achtergrond van het verhaal, die de handelingen van de hoofdpersoon extra gewicht meegeeft.
Is dat nieuw? Filmmakers als Eric Rohmer of Jacques Rivette konden het ook met heel weinig kunstgrepen af. Wel bijzonder is de manier waarop Boyhood gedraaid is. De opnamen werden uitgesmeerd over ruim elf jaar, tussen de zomer van 2002 en de herfst van 2013. Al die tijd bleef de cast ongewijzigd. De jonge acteurs Ellar Coltrane en Lorelei Linklater (dochter van de regisseur) groeien voor je ogen op van 7 naar 19, Patricia Arquette veroudert van 34 naar 45, en Ethan Hawke van 31 naar 42.
Hoofdpersoon Mason (Coltrane) beleeft zijn knapenjaren in Texas, in het Amerika van George W. Bush en Barack Obama. Boyhood eindigt op het moment dat hij naar de universiteit gaat, en verondersteld op eigen benen staat. Een voorbeeld van een bevredigend open einde.
De film is gedraaid met een sober kleurenpalet, in een simpele, niet-afleidende stijl. Hierdoor vallen de lassen tussen de verschillende periodes niet op. Linklater stapt met zevenmijlslaarzen door Masons jongensjaren, waardoor hij niet in het landerige tempo van Rohmer of Rivette vervalt.
Boyhood is geen schelmenroman, en de film is ook verfrissend vrij van sentimentaliteit over de veronderstelde magie van de kinderjaren. Enkele grote definiërende momenten uit Masons jeugd, zoals bijvoorbeeld zijn eerste kus, worden overgeslagen. Het gaat Linklater juist om anekdotes en gesprekken die om meer subtiele redenen indruk maken. Die indrukken zijn rauw, en vaak nog niet helemaal door de jonge Mason verwerkt en begrepen.
Zo vindt Linklater bijvoorbeeld beeldrijm in de manier waarop Mason als kind en als tiener naar zijn moeder kijkt, op het moment dat er een nieuwe man in haar leven verschijnt. Ook zonder de nadruk van de herhaling zou het een onbetaalbare blik zijn: Mason houdt het hoofd een beetje scheef, hij fronst erbij. De eerste keer begrijpt hij de situatie nog niet, hij is nog niet overtuigd genoeg van wat hij ziet om een steek van jaloezie te voelen. Maar die tweede keer weet hij, door ervaring wijs geworden, al iets beter wat hij kan verwachten.
Geen heilig boontje
Hoe heeft Linklater die jongen Ellar Coltrane eigenlijk gecast? Had hij tijdens de eerste gesprekken met de 7-jarige knul al een beeld van de sensitieve tiener die hij zou worden? Is het scenario hier en daar bijgeschaafd toen bleek wat voor jongen er uit de bus kwam? Wat als Coltrane was opgegroeid tot een boomlange, breedgeschouderde footballer?
Mason is tegendraads, maar geen rebel; hij is getalenteerd als fotograaf, maar wint ‘slechts’ de zilveren schoolmedaille; hij is zachtaardig, maar geen heilig boontje. Hij is kortom een beetje apart maar niet uitzonderlijk, en dat is belangrijk voor de thematiek die Linklater ontwikkelt.
Boyhood gaat over een specifiek Amerikaans soort individualisme. Mason wordt opgevoed door zijn moeder (Arquette), zijn biologische vader (Hawke) en een reeks pleegvaders. Terwijl moeder vooral bezig is het hoofd boven water te houden, sporen de vaders Mason constant aan om unieke prestaties te leveren, achter zijn keuzes te gaan staan, uit te blinken. Het leven heeft geen zijwieltjes, je moet er zelf iets van maken! De pleegvaders reiken Mason allerlei sporten en attributen aan om de stap van boyhood naar manhood te zetten. Maar al deze druk wordt juist uitgeoefend op een leeftijd dat alle keuzes voor Mason gemaakt worden, in een situatie waarbinnen hij volledig machteloos is. Hoe laat hij thuis moet komen, wanneer er wordt verhuisd, het wordt allemaal voor hem bepaald.
De surrogaatvaders zijn eigenlijk al lang slachtoffer van hun eigen drang tot zelfverwezenlijking. Ze zijn aan de fles gegaan en reageren hun frustraties over hun onvoltooide levens op de kinderen af. Hun mantra over individuele prestaties bestaat enkel nog uit holle retoriek. ‘Je mag me niet hè?’ vraagt pa nummer twee, een mislukte academicus, aan Mason. ‘Mooi, want ik mag mezelf ook niet.’ Pa nummer drie is een Afghanistan-veteraan, die – zo wordt geïmpliceerd – een oorlogstrauma weg te spoelen heeft. Ook hij houdt verstokt vast aan een mythe over uniciteit: zijn bataljon kwam ongeschonden uit de oorlog, iets wat natuurlijk hoogst zeldzaam is. In vredestijd voelt hij zich nutteloos.
De angst om te conformeren
Linklater gaat met zijn camera nauwelijks door de knieën, en draait meer scènes dan ik had verwacht vanuit het perspectief van de volwassenen. Opvoedkundige achterkamertjespolitiek waar Mason als kind geen weet van heeft. Ergens vond ik het jammer dat Linklater zoveel tijd met de volwassenen doorbrengt. Het voelde zelfs een beetje als verraad.
Toch blijkt het perspectief van de ouders onmisbaar. Ze worstelen zelf met het verlies van hun jeugd, en met het inkrimpen van hun mogelijkheden. Masons biologische vader (Hawke) begint de film als een slacker. Niet echt een type om luiers te verwisselen of mee naar de ouderavond mee te gaan. Na twee cruciale scènes sluit je hem als kijker in je hart. Hawke is briljant in de scène waarin hij zijn kroost – tussen de Franse frietjes door – seksuele voorlichting probeert te geven. O ironie: moeder Arquette wilde haar kinderen tegen de invloed van losbol Hawke beschermen, en een meer solide vader voor hen uitzoeken. Maar uiteindelijk was het gezin met Hawke misschien wel beter af geweest.
De vader conformeert zich uiteindelijk. Hij wordt een ordentelijke burgerman, zonder zichzelf volledig te verloochenen. De moeder eindigt met het hoofd in de handen steunend, terwijl ze constateert dat er veel minder leven in de verpakking zit dan ze had verwacht. Heeft ze haar jaren verbruid in pogingen om haar situatie te verbeteren? Linklater moraliseert niet. Hij observeert alleen maar.
Als gevoelige, zelfbewuste tiener worstelt Mason dan nog met de vraag wat het betekent om mens te zijn. Als kind viel hij blij te maken met het nieuwste Harry Potter-boek. Alle andere kinderen wilden dat boek ook hebben, en zij stonden net als hij met ronde brilletjes en capejes in de rij voor de boekhandel. Maar dat deed er niet toe. Als hij dat boek eenmaal in handen had, voelde het voor Mason waarschijnlijk alsof hij het enige jongetje ter wereld was dat binnen mocht treden in de wereld van Harry Potter. Dan werd hij zelf even de voorbestemde tovenaarsleerling. Het jongetje van één uit een miljard.
Als tiener heeft Mason die naïviteit van de kinderjaren verloren. Hoe uniek is hij nu immers? Hij wijst zijn vriendinnetje erop dat de universiteitscampus over een computer beschikt die de persoonlijkheden van nieuwe studenten analyseert, om zo potentiële slapies te matchen. Worden mensen op die manier geen robots, die je zodanig kunt programmeren dat ze allemaal op elkaar gaan lijken?
Deze mijmeringen zijn natuurlijk puberaal gestamel. Linklater gebruikt Mason dan ook niet als roeptoeter om de prestatiemaatschappij aan te klagen. Dan had hij wel een agressiever vehikel gekozen. Bijna alle personages in Linklaters film hebben zich waarschijnlijk weleens afgevraagd wat het leven nu eigenlijk inhoudt, en wat het betekent om jezelf aan de heersende mores te conformeren. Sommigen nemen genoegen met antwoorden, anderen haken zich vast in de vragen. Maar de tijd blijft de grote gelijkmaker.
Boyhood. 2014, Verenigde Staten, 165 min., kleur. Regie en scenario – Richard Linklater; Productie – Richard Linklater, Jonathan Sehring, John Sloss en Cathleen Sutherland; Camera – Lee Daniel en Shane F. Kelly; Montage – Sandra Adair; Production design – Rodney Becker en Gay Studebaker; Kostuums – Kari Perkins; Met: Ellar Coltrane (Mason), Patricia Arquette (Mom), Ethan Hawke (Dad), Elijah Smith (Tommy), Lorelei Linklater (Samantha), Steven Chester Prince (Ted), Marco Perella (Professor Bill Welbrock).